Hoe begin je eraan om openbaar vervoer in je stad of gemeente toegankelijker te maken? Inter en DMOW ontwikkelden een leidraad voor lokale besturen die een actieplan willen opstellen.
Voor je aan de slag gaat, moet je weten waar je naartoe wil. Met de hulp van de deskundige doorstroming bij De Lijn van jouw vervoerregio, kom je te weten hoeveel haltes er in jouw stad of gemeente liggen en hoeveel er al toegankelijk zijn ingericht. Zo weet je ook hoeveel haltes er tegen 2030 toegankelijk moeten worden ingericht om aan de ambities van het Masterplan te voldoen.
Daarna is het tijd om te bepalen welke haltes je gaat aanpakken. Kijk eerst en vooral naar haltes aan winkels, scholen, bedrijven of andere populaire bestemmingen. Kijk ook of er minstens één toegankelijke halte per woonkern is. De Lijn kan je ook helpen met cijfergegevens over het aantal opstappers per halte of met informatie uit hun eigen prioriteitenlijsten.
Nu heb je de ambities en de haltes bepaald op basis van cijfergegevens en data. Maar voor je echt aan de slag gaat, is het belangrijk om ook de situatie aan elke halte in kaart te brengen. Wat is er nodig om te voldoen aan de voorwaarden? Kan je zonder drempels oversteken naar de halte aan de overkant? Hebben de aanpassingen gevolgen voor het verkeer? Maak van iedere halte een fiche met alle gegevens, inclusief foto’s en eventuele plannen. Bespreek dit met de diensten mobiliteit en openbare werken, en de deskundige doorstroming van De Lijn.
Nu heb je alle ingrediënten voor een duidelijk actieplan. Schrijf neer welke haltes je wanneer gaat aanpakken, wat er juist moet gebeuren en hoe je de nodige budgetten gaat vrijmaken. Dit plan wordt de basis voor de komende jaren.