De stadskernen van Hasselt en Genk liggen 15 km uit elkaar. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vormen ze een ‘regionaalstedelijk gebied’. De komende jaren willen beide steden hun ruimtelijke afstemming verzilveren in een nieuw gezamenlijk mobiliteitsplan.
(Foto: De Lijn)
Het openbaar vervoer speelt een belangrijke rol in de unieke samenwerking tussen Hasselt en Genk.
(Foto: Kluwer)
Daniël Lambrechts, Mobiliteitsambtenaar Hasselt: "Veel verkeersproblemen overstijgen de gemeentegrenzen, je kunt ze dus ook het best samen aanpakken."
Zowel Hasselt als Genk kwamen als resultaat bij de sneltoets uit op spoor 1. Hun mobiliteitsplan wordt dus vernieuwd. Beide steden grepen deze kans aan om beter samen te werken. Ze zullen hun nieuwe mobiliteitsplan zelfs samen opstellen. De multimodale ontsluiting van de regio vormt daarbij de ruggengraat.
(Foto: Kluwer)
Katleen Loos, Mobiliteitsambtenaar Genk: "Het uitstippelen van een lokaal mobiliteitsbeleid kan efficiënter gebeuren door onze bovenlokale aanpak."
"Wij wilden ons mobiliteitsplan bovenlokaal aanpakken", zegt Katleen Loos van de stad Genk. "Het stadsbestuur van Hasselt was meteen enthousiast om mee te werken. Ook bij de Vlaamse overheid stonden het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en het Agentschap Wegen en Verkeer onmiddellijk achter onze plannen." Daniël Lambrechts, mobiliteitsambtenaar in Hasselt vult aan: "Sinds ons eerste mobiliteitsplan zijn er heel wat factoren veranderd. Er zijn belangrijke nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, een toename van het zwaar vervoer, het Spartacusplan van De Lijn dat het openbaarvervoernetwerk in Limburg uitbreidt,... Al die dingen hebben ook invloed buiten de gemeentegrenzen. Wij moesten dan ook niet lang nadenken om op het samenwerkingsvoorstel van Genk in te gaan."
Katleen Loos: "Het nieuwe mobiliteitsplan is natuurlijk nog lang niet af. Het bovenlokale deel zal ook moeten voorlopen op de lokale mobiliteitsplannen. De pistes in het bovenlokale mobiliteitsplan hebben immers een weerslag op de lokale thema’s, zoals de wegencategorisering." "Het is voor ons ook nog een beetje zoeken", geeft Lambrechts toe. "Maar het is wel duidelijk dat het openbaar vervoer een hoofdrol zal spelen, dat was in Hasselt trouwens altijd al zo."
(Foto: Kluwer)
Valère Donné, MOW Limburg:
"De multimodale aanpak biedt nieuwe perspectieven."
In hun mobiliteitsplan werken Hasselt en Genk niet alleen nauw samen met elkaar, maar ook met MOW en De Lijn. De verwachtingen zijn hoog gespannen.
Valère Donné, MOW: "In het mobiliteitsplan Hasselt-Genk ligt de klemtoon op de multimodale ontsluiting van de regio. Dat is voor ons een belangrijke voorwaarde. Wij kijken vooral uit naar het nieuwe verkeersmodel dat ontwikkeld wordt voor Hasselt en Genk (deel vier van het nieuwe mobiliteitsplan). Het zal ons helpen om een beter inzicht te krijgen in de evoluties van het autoverkeer na de invoering van de sneltram. Op basis daarvan zullen we gefundeerde beslissingen kunnen nemen over het nieuwe openbaarvervoernetwerk in Limburg."
Anja Winderickx, De Lijn: "Binnen netmanagement werkt De Lijn nieuwe openbaarvervoerprojecten uit, gestuurd vanuit de vervoersvraag. Een geïntegreerd mobiliteitsplan, en de aftoetsing van scenario’s die dit toelaat, kan een schat aan onderzoeksgegevens opleveren. Ook voor het Spartacusplan, de toekomstvisie voor openbaar vervoer in Limburg, kan dit mobiliteitsplan een belangrijke meerwaarde bieden. Een geïntegreerde visie op mobiliteit kan een sterk draagvlak bieden voor een duurzaam verplaatsingsgedrag tegen een haalbare kostprijs voor de gemeenschap."
(Foto: De Lijn)
Anja Winderickx, De Lijn:
"Deze onderzoeken leveren een schat aan informatie op."
De vier delen van het mobiliteitsplan vormen één geheel: