In Vlaanderen kan niet iedereen overal de bus of tram nemen, al zeker niet met een rolstoel,
kinderwagen of visuele beperking. Dat moet beter. Daarom stelden het Departement Mobiliteit
en Openbare Werken (DMOW), Inter – Toegankelijk Vlaanderen, De Vereniging van Vlaamse
Steden en Gemeenten (VVSG) en De Lijn in 2019 het Masterplan Toegankelijkheid op. Een stand
van zaken met Anne-Marie Van Wesemael, coördinator van het masterplan vanuit DMOW.
“Het plan draait om twee concrete doelstellingen. Tegen 2030 moet 50% van de haltes van het kernnet en aanvullend net en 100% van de haltes aan Hoppinpunten toegankelijk ingericht zijn. Dat kunnen we niet alleen. Daarom is er het charter ‘Masterplan toegankelijkheid haltes’ dat lokale besturen kunnen ondertekenen. Met dat charter engageert een stad of gemeente zich om de doelstellingen van het masterplan in de praktijk te vertalen. Tot nu toe hebben 65 steden en gemeenten er hun handtekening onder gezet.”
“Daarnaast voorziet het plan ook allerlei vormen van ondersteuning aan steden en gemeenten. Samen met Inter hebben we bijvoorbeeld coachingtrajecten georganiseerd. Inter begeleidde steden en gemeenten bij het opstellen van concrete actieplannen om haltes op hun grondgebied toegankelijk te maken. Er is ook financiële steun. Per halte is er een subsidie mogelijk van € 5.000. Ten slotte is er de tweejaarlijkse prijs ‘Meer Mobiele Gemeente/ Stad’. De winnende stad of gemeente ontvangt € 50.000, te besteden aan de aanleg van bushaltes of een Hoppinpunt. Twee jaar geleden hebben we de prijs al eens uitgereikt, deze maand volgt de tweede editie.”
...