Veel gemeentes krijgen naast de GBC ook te maken met de iGBC, de intergemeentelijke begeleidingscommissie, als overlegorgaan. Deze komt samen bij projecten waarbij meerdere gemeentes betrokken zijn: bijvoorbeeld tramprojecten van De Lijn, gemeentegrensoverschrijdende projecten van provincies en AWV, enz. Procedureel kent de iGBC veel overeenkomsten met de GBC: logischerwijs moet ook hier de nodige aandacht besteed worden aan de aanwezigheid (fysiek of bij volmacht) van de leden die meebeslissen in de consensus. Om een efficiënt overleg te garanderen, wordt de iGBC samengesteld uit een delegatie van de betrokken GBC’s. Om als vast lid deel te kunnen nemen aan een iGBC moet een gemeente zich akkoord verklaren met de deelname en een duidelijke afvaardiging bepalen. Deze afvaardiging moet vastgesteld worden in een collegebeslissing die moet worden overgemaakt aan de voorzitter van de iGBC. Om te vermijden dat men bij elke uitnodiging tot een iGBC deze afvaardiging opnieuw moet beslissen, kan bij een eerste collegebeslissing een generieke bepaling worden opgenomen dat de afvaardiging geldt ‘voor elke iGBC waaraan de gemeente deelneemt’.