Inplanting : "Denk vooral praktisch" (interview met Peter Vandyck, VVOG)

Uit mobiliteitsbrief 123 - Openbaar groen

"Ontwerpers moeten van in het begin de groenvoorziening meenemen in hun ontwerp, en niet helemaal op het einde de lege plaatsen ermee vullen", zegt Peter Vandyck, Vereniging Voor Openbaar Groen (VVOG).

MOB12350F01.jpg(Foto: VVOG)
Peter Vandyck, VVOG :"Kiezen voor kwaliteit kan inhouden dat men kiest om minder bomen aan te planten, maar dan wel bomen met een mooie toekomst i.p.v. veel potentieel brandhout."

Een belangrijke – en op het eerste gezicht logische – basisregel is om bomen daar aan te planten waar er voldoende plaats is of wordt voorzien. Dat lijkt eenvoudig, maar het impliceert wel dat er al in de ontwerpfase rekening wordt gehouden met (toekomstige) groenvoorzieningen. Er moet genoeg afstand zijn t.o.v. het verkeer en de bebouwing, zowel in de breedte als in de hoogte. De bomen moeten ook afgestemd zijn op het aanwezige straatmeubilair, zoals verlichtingspalen, verkeersborden, enz." En men moet in staat zijn om het gewenste eindbeeld voor ogen te hebben, want bomen hebben pas na verloop van tijd hun definitieve kroon

Ruimte onder de grond

Niet alleen bovengronds moet voldoende ruimte beschikbaar zijn. Het bovengronds volume van een plant staat in verhouding tot het ondergronds wortelvolume. Als dit laatste te klein is, kunnen de wortels plaats innemen waar we het meestal niet willen. Fiets- en voetpaden kunnen zo ernstige beschadiging oplopen.

Esthetiek ondergeschikt

MOB12350F02.jpg(Foto: Jerry De Brie)
Als een boom te weinig plaats heeft, kunnen na verloop van tijd de wortels omhoog gestuwd worden. In dit voorbeeld duwen de wortels het fietspad kapot. VVOG

Een goede inplantingsplaats zou voorrang moeten krijgen op het esthetische aspect. Zo leeft nog vaak de opvatting dat bomen op een perfect regelmatige afstand van elkaar geplant moeten worden om een laaneffect te bekomen. Maar zelfs als de afstand tussen bomen licht verschilt, ervaart de automobilist dit toch als een laan.

Omgeving

Groen moet ook aangepast zijn aan de omgeving. In een smalle straat grote bomen planten onder het motto ‘de groendienst zal ze wel snoeien als ze te groot worden’, is zowel financieel als esthetisch geen goede zaak. De enige juiste keuze die een openbaar bestuur zou mogen maken is toekomstbomen aanplanten die geschikt zijn voor de specifieke situatie. Dat kan betekenen dat men eerder kiest voor minder bomen en niet voor veel potentieel brandhout. "Om bovenstaande en andere kennis over het groen in het plan te kunnen integreren, is het nuttig om ervaringsdeskundigen, zoals de groendienst, vroeg genoeg te betrekken bij het ontwerp", besluit Peter Vandyck.

MOB12350F03.jpg(Foto: VVOG)
Groen, straatverlichting en ander straatmeubilair moeten op elkaar afgestemd worden. Dit gebeurt het best al in de planfase, zoals hier op de Groene Boulevard in Hasselt.

Meer info

De VVOG (Vereniging Voor Openbaar Groen) vzw fungeert als informatiecentrum op vlak van openbaar groen in de ruime betekenis van het woord. De vereniging biedt aan de groenambtenaren en groenmandatarissen van steden en gemeenten een forum aan waar stielkennis en ervaring over het groene vakgebied kunnen uitgewisseld worden en waar oplossingen voor groene problemen met vakgenoten kunnen besproken worden. De VVOG staat in voor dienstverlening, vorming en promotie van en over het openbaar groen.

www.vvog.info . Contact: info@vvog.info  tel. 050 33 21 33