Sluipverkeer - Ongewenst verkeer op landelijke wegen geeft overlast

Uit mobiliteitsbrief 131 - Sluipverkeer op landelijke wegen

Van landelijke wegen verwacht men dat het rustige wegen zijn met weinig verkeer. Maar de laatste jaren is de positie en functie van heel wat landelijke wegen een stuk onduidelijker geworden. Dat komt onder meer omdat ze als sluipweg dienen voor doorgaand verkeer.

Er komen steeds meer klachten over te veel verkeer op voorheen rustige plattelandswegen. Het sluipverkeer is hinderlijk voor de bewoners en voor de eigenlijke gebruikers van de plattelandswegen. Landelijke wegen zijn soms breed en recht omdat ze geschikt moeten zijn voor landbouwvoertuigen. Bestuurders hebben er dus vaak de neiging om snel te rijden, wat nefast is voor de verkeersveiligheid en overlast kan veroorzaken. Dergelijke wegen zijn ook niet op een grotere verkeersdrukte voorzien. Een toename van het verkeer brengt dan ook vaak schade toe aan de wegen in kwestie wat lokale overheden opzadelt met extra onderhouds- en/of herstellingskosten.

Beleidsaanbevelingen voor overheden

MOB13110F01.jpg(Foto: Jerry De Brie)
Landelijke wegen

Om het probleem in kaart te brengen en oplossingen aan te reiken voor landelijke gemeenten, publiceerde het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO) in de zomer van vorig jaar een voorbeeldenboek: ‘Aanpak sluipverkeer: naar een eigenlijk gebruik van plattelandswegen’. De themagroep kreeg ook opdracht om beleidsaanbevelingen uit te werken om de problematiek structureel aan te pakken. Die beleidsaanbevelingen  werden eind 2011 digitaal gepubliceerd. Ze richten zich zowel tot de lokale, de provinciale als de Vlaamse overheden. De beleidsaanbevelingen worden op de volgende pagina’s van deze Mobiliteitsbrief voorgesteld en zijn bedoeld om sluipverkeer te weren op landelijke wegen. Deze worden in het mobiliteitsplan aangeduid als lokale wegen type 3/ landelijke wegen.

Wie hoort (niet) thuis op een landelijke weg?

= Erftoegangswegen gelegen in het buitengebied. De hoofdfunctie is erfontsluiting, hoofdzakelijk voor landbouw, aanvullende functie is recreatie. Het gaat om openbare wegen bestemd voor gemotoriseerd verkeer gelegen op het platteland. Onverharde wegen en wegen in natuur- en bosgebieden vallen hier niet onder.

Eigenlijke of gewenste gebruikers van deze wegen

= Gemotoriseerd verkeer dat deze wegen nodig heeft om hun bestemming te bereiken langs die weg: een woning, een akker of weiland, een stal, een landbouwbedrijf.
= Voetgangers, fietsers en ruiters met of zonder bestemming langs deze weg.

Oneigenlijke of ongewenste gebruikers van deze wegen

= Gemotoriseerd verkeer zonder bestemming langs deze weg.