Vlotte overstap van trein naar bus

Uit mobiliteitsbrief 90 - Intermodaliteit

In de jaren ’90 ontwikkelde de NMBS samen met De Lijn en TEC een systeem dat de overstap tussen trein en bus beter regelt: Aribus. Het systeem is ondertussen gemoderniseerd en wordt nu in een 80-tal Belgische stations gebruikt.

Veel treinreizigers maken gebruik van bussen of trams voor hun natransport. Vijf minuten treinvertraging kan echter al voldoende zijn om een aansluiting te missen. Om dat zoveel mogelijk te vermijden, werd het Aribus-systeem ontwikkeld. Aribus staat voor Automatic Railway Information gelinkt met businformatie. Op een elektronisch paneel kunnen bestuurders van De Lijn bij treinvertragingen de extra wachttijden aflezen. De informatie komt rechtstreeks van een computer op het seinhuis waarin ook de dienstregelingen van de treinen en de bussen, de afgesproken wachttijden en de noodzakelijke overstaptijden opgeslagen zitten. In het systeem is ook een controle ingebouwd waardoor kan nagegaan worden of de chauffeur van De Lijn de voorziene aansluiting heeft gerespecteerd. Uiteraard zijn er ook maximumwachttijden afgesproken, want het is niet de bedoeling om de andere passagiers op de bus in de problemen te brengen.

MOB9041F01.jpgFoto: Peter Van Hoof
Aribus: op een elektronisch paneel lezen buschauffeurs de wachttijd af wanneer de trein vertraging heeft.

Momenteel wordt het Aribus-systeem in Vlaanderen gebruikt aan de stationsomgevingen in Aalst, Aalter, Aarschot, Boom, Brugge, De Panne, Deinze, Denderleeuw, Dendermonde, Diest, Eeklo, Geel, Genk, Gent-Sint-Pieters, Geraardsbergen, Halle, Hasselt, Heist-o/d-berg, Herentals, Ieper, Kontich, Kortrijk, Landen, Leuven, Lier, Lokeren, Mechelen, Menen, Mol, Oostende, Oudenaarde, Puurs, Roeselare, Sint-Niklaas, Sint-Truiden, Tielt, Tienen, Torhout, Turnhout, Vilvoorde, Waregem, Wetteren, Zottegem. Binnenkort wordt het systeem ook in gebruik genomen in Diksmuide, Knokke, Neerpelt en Tongeren.