Wanneer zijn kreukelpalen (niet) aangewezen?

Uit mobiliteitsbrief 129 - Verlichting

Lokale overheden kunnen kreukelpalen plaatsen op bepaalde gevaarlijke punten. Uiteraard zijn er verschillende factoren die mee bepalen of een kreukelpaal op die locatie aangewezen is. 

MOB12950F01.jpg(Foto: Jerry De Brie)
Ethel Claeyssens, Expertise Verkeer en Telematica (EVT): "Op lokale of secundaire wegen zijn kreukelpalen vooral interessant op rotondes, of op plaatsen waar de verlichtingspalen regelmatig worden aangereden."

"Kreukelpalen moeten een zekere ruimte hebben om te kunnen plooien, anders bieden ze weinig meerwaarde. Voor een boom of vlak tegen een huis kunnen ze hun functie immers niet voluit vervullen en hebben ze dus weinig zin", zegt Ethel Claeyssens van de afdeling Expertise Verkeer en Telematica van het Agentschap Wegen en Verkeer. "Op lokale of secundaire wegen zijn kreukelpalen vooral interessant op rotondes, of op plaatsen waar de verlichtingspalen regelmatig worden aangereden."

Levensduur

"In kostprijs is een kreukelpaal lichtjes goedkoper dan een gewone paal. Maar de kreukelpalen beantwoorden wel aan andere technische eisen dan de klassieke palen. Een kreukelpaal is dan ook helemaal anders ontworpen. Ze zijn dunner en bevatten minder staal. Op bepaalde plaatsen zijn er zwakkere zones ingebouwd die nodig zijn om te kunnen plooien. Daardoor is de verwachte levensduur van een kreukelpaal ook minder lang dan bij een klassieke paal. Om een voorbeeld te geven: een klassieke verlichtingspaal is berekend op een windsnelheid die eens om de 50 jaar voorkomt. Een kreukelpaal daarentegen is berekend op een windsnelheid die eens om de 25 jaar voorkomt. Bij de plaatsing van een kreukelpaal is het dus belangrijk om de juiste afwegingen te maken."

Dienstorder

In juni 2010 verscheen er een Dienstorder van het Agentschap Wegen en Verkeer over het gebruik van energieabsorberende palen voor openbare verlichting die een aantal plaatsingscriteria bundelen (zie kader). Gemeenten die advies wensen kunnen terecht bij hun mobiliteitsbegeleider of bij de afdeling Expertise Verkeer en Telematica van het Agentschap Wegen en Verkeer (expertise.verkeer.telematica@vlaanderen.be ).

Plaatsingscriteria uit het Dienstorder:

Er worden altijd kreukelpalen geplaatst buiten terreinklasse I (Terreinklasse I betekent: de kustzone tot 2 km landinwaarts en 2 km vanaf de rand van de Schelde voorbij Antwerpen (vanaf Kallo tot aan de Nederlandse grens): hier is de windkracht nl. groter dan landinwaarts):

  • op wegen waar de toegelaten snelheid hoger is dan 50 km/h en waar geen afschermende constructies (vangrails) staan vóór de betrokken palen;
  • wanneer de toegelaten snelheid kleiner of gelijk aan 50 km/h is en wanneer de palen op minder dan 2 m van de rand staan en waar geen afschermende constructies (vangrails) staan vóór de palen;
  • op rotondes, behoudens zones 30;
  • op plaatsen waar de kans op aanrijdingen tegen verlichtingspalen het grootst is: aanleg van toegangswegen tot en verbindingswegen tussen rotondes, in scherpe bochten, op een scherpe splitsing tussen twee wegen, …

Er worden nooit kreukelpalen geplaatst:

  • in gebieden van terreinklasse I;
  • op plaatsen waar een verlichtingspaal hoger dan 12,5 m voorzien is (kreukelpalen hebben een hoogte kleiner dan 12,5 m);
  • in zones 30.

U kunt het volledige Dienstorder MOW/AWV/2010/6  raadplegen op http://www.wegenenverkeer.be/documenten/dienstorders.html