Mobiliteitsparticipatie in buurten - Good Practices - Hasselt

Projectbeschrijving

Hasselt koos in 1995 (met herhaling in 2006 en plannen voor de toekomst) voor een totaalaanpak op vlak van participatie aan het gemeentelijk mobiliteitsbeleid. Het grondgebied werd ingedeeld in 15 zogenaamde verkeerswijken. Deze afgebakende wijken werden stuk voor stuk onderzocht door middel van een uitgebreide veldstudie. De bevindingen werden voorgesteld aan de bewoners en samen met hen trachtte men tot een vrij volledige knelpuntenanalyse te komen. Volgend op de knelpuntenanalyse werd voor iedere wijk een actieplan opgesteld met prioriteiten en maatregelen op korte en langere termijn. Het bestuur engageerde zich opdat in alle wijken onmiddellijk – eventueel voorlopige – maatregelen zouden worden genomen.

Partners

Aangezien het over een totaalaanpak gaat, wilde men zoveel mogelijk partners en belanghebbenden bij het project betrekken: schepen, ambtenaren van de dienst mobiliteit, wegendienst, politiezone en wijkdienst, studiebureau voor onderzoek en begeleiding, bovenlokale partners zoals De Lijn en het Gewest, burgers, oudercomités van de scholen en schooldirecties.

Middelen

Financieel

  • Studiebureau: 36.000
  • Palen, rijbaankussens en dergelijke: € 154.000. Zonder werkuren.
  • Voor de definitieve maatregelen is het nog te vroeg. Dit loopt over een termijn van 10 jaar.

Personeel en tijd

  • Voor de administratie, uitnodigingen… een parttime personeelslid 15 u. per wijk x 15 = 225 werkuren.
  • Uitdragen uitnodigingen 32 000 x 1’ = 32.000’ = 533 werkuren.
  • Vergaderuren personeel 3 x 15 x 4 u.= 180 u. - Uitwerken en begeleiden van de voorlopige oplossingen: 1.350 u.

Procedure / Aanpak

  • FASE 1: voorbereiding project
    Het projectplan werd opgesteld en financiering gezocht. Er werd hulp gezocht bij Mobiel 21 als partner bij het begeleiden van het project. Het grondgebied van Hasselt werd ingedeeld in 15 verkeerswijken. Daarbij werd rekening gehouden met geografische, historische en verkeerskundige factoren.
  • FASE 2: veldstudie
    In 1995 maar ondertussen ook in 2006 werden veldstudies in de 15 wijken verricht. Het aangestelde studiebureau (Mobiel 21 in samenwerking met Vectris cvba) onderzocht voor de hoorzitting ter plekke de verkeersproblemen in de wijk en bracht deze in kaart. Deze problemen werden vergeleken met de in 1995 gedetecteerde problemen. Was er al een oplossing of niet? Een goede oplossing?
  • FASE 3: hoorzittingen (knelpuntenanalyse en actieplan)
    Verloop hoorzitting:
    • Welkom met uitleg over en de agenda voor de avond.
    • Een presentatie door de mobiliteitsambtenaar over de uitgevoerde oplossingen op basis van de knelpuntenlijst van 1995.
    • Een presentatie door het studiebureau van de gedetecteerde knelpunten van 1995.
    • Bespreking van de genomen maatregelen op een onafhankelijke manier zonder rekening te houden met de gevoelens van de bestuurders en/of de ambtenaren.
    • De huidige gedetecteerde problemen in de wijk eveneens zonder rekening te houden met de gevoelens van de bestuurders en/of de ambtenaren.
    • Zoemsessie = pauze. - Inspraakronde waar iedereen zijn/haar bedenkingen over de gedetecteerde problemen kan kenbaar maken. Men kan eventueel nog andere problemen aanbrengen die dan onmiddellijk op de kaarten aangebracht en kort besproken worden.
    • Als alle problemen in kaart gebracht zijn, worden – onder begeleiding van het studiebureau – de vijf prioritaire knelpunten aangegeven door de inwoners. De aanwezige bestuurders en ambtenaren nemen in deze zoektocht naar prioriteiten geen standpunt in.
  • FASE 4: terugkoppeling en opvolging
    • Alle bevindingen worden uiteindelijk tot een geheel gebundeld met plannetjes, prioriteiten en voorstellen van oplossingen.
    • Er worden ter plekke ook geen beloften over uitvoering en termijnen gedaan omdat dat uiteraard te maken heeft met budgetten en planning.
    • Er werd duidelijk gemaakt dat er geen terugkoppeling zal gebeuren door een wijkverslag. De dienst Mobiliteit zal uiteraard uitleg geven indien men contact opneemt.

Evaluatie

Bereikte men een kwalitatief resultaat?

Er zijn twee snelheden van uitvoering. De onmiddellijke - voorlopige - maatregelen per wijk zijn op dit ogenblik volledig uitgevoerd. Deze maatregelen sluiten aan op de prioriteiten uit het actieplan waar een kortetermijnplanning aan verbonden werd. Ondertussen is men bezig met de planning en budgettering van de prioriteiten voor defi nitieve maatregelen. Deze manier van uitvoering laat toe dat men de definitieve maatregelen zeer goed en nuchter kan bekijken, los van elke druk van bewoners of beleid om tot een snelle oplossing te komen. Uiteraard komt dat de kwaliteit van het resultaat ten goede.

Werden de verwachtingen van beleid en deelnemers ingelost?

Het stadsbestuur is geneigd te denken dat de verwachtingen aan beide zijden ingelost werden. Daarbij baseert men zich op het zeer geringe aantal klachten dat binnenliep bij de betrokken diensten. Op het project zelf werd door bewoners en beleid weinig of geen kritiek geleverd. Ook bij het studiebureau werden vanwege de bewoners weinig of geen klachten gehoord.

Is er sprake van reële beleidsbeïnvloeding?

Het bestuur engageerde zich, waar het zinvol en realistisch was, de gevraagde ingrepen uit te voeren zonder zich te laten vastpinnen op een dwingende timing. Toch werd dit door de bewoners ervaren als reële en concrete beleidsbeïnvloeding.

Zijn de kosten (middelen)/baten (verruiming draagvlak, responsabilisering van de burger) in evenwicht?

Een echte meetbare tevredenheidsenquête werd niet gehouden maar zich baserend op de dalende cijfers op vlak van het aantal klachten, kan men stellen dat de tevredenheid van de Hasselaren op dat vlak verhoogd is. De mobiliteitsambtenaren merkten ook dat de klachten, in vergelijking met 1995, minder zwaar waren. Door de onmiddellijke actie in de wijk, met voorlopige maatregelen, enkele weken na de hoorzitting, konden de burgers vaststellen dat men inderdaad luisterde naar hun opmerkingen.

Is er in de wijk een blijvende inspraakstructuur ontstaan of werd de procedure getransponeerd naar andere wijken/buurten?

In elke wijk werd dezelfde procedure toegepast. Dit laat ook toe het project over de tijd en wijk per wijk te evalueren en te vergelijken. Ook voor andere beleidsdomeinen dan mobiliteit wordt de procedure toegepast maar zelden op zulke grote en gestructureerde schaal als het voorgaande.

  • Bron: Mobiliteitsparticipatie in buurten. Inspirerende praktijkvoorbeelden, Mobiel 21, 2007, p. 14-15.