Mobiliteitsparticipatie in buurten - Good Practices - Staden

Projectbeschrijving

De bestaande toetstand van de dorpskern in Westrozebeke werd omschreven als volgt: grijs, eentonig, amper groen. Men zat er ook met een parkeerproblematiek en problemen qua verkeersleefbaarheid. In 1985 trachtte men wat te veranderen maar deze ingreep mislukte jammerlijk. Daarna ging het alleen maar achteruit. Bij bewoners en gemeentebestuur leeft het idee dat er iets moet veranderen. Men ging voor een projectdefinitie met 4 doelstellingen:

  1. Versterken van het beeld van bloemendorp op groene heuvelrug.
  2. Verhogen van de veiligheid voor de zwakke weggebruiker.
  3. Opwaardering van de pleinfunctie en creëren van ontmoetingskansen.
  4. Ruimte geven aan traditie, cultuur en geschiedenis.

Gedurende het hele project werden drie basisprincipes hoog gehouden:

  1. projectdefinitie,
  2. bewonersbetrokkenheid,
  3. provinciale kwaliteitskamer.

Partners

Bewoners werden aangeschreven en uitgenodigd, zowel individueel als doelgroepgericht. Bovenlokale partners zitten reeds samen in de provinciale kwaliteitskamer.

Middelen

Financieel

Men spreidde de kost over twee begrotingsjaren. In 2005 boekte men € 840.000, in 2006 boekte men € 228.000. Het totale kostenplaatje bedroeg € 1.068.000. Ongeveer de helft van de totaalkost werd gedragen door de gemeente zelf, voor de andere helft kon men beroep doen op verschillende subsidiekanalen. Via subsidies van Europa en de Vlaamse Overheid kon men € 313.000 inschrijven (35 % van de totaalkost) en via de provincie kon men nog eens € 108.000 inschrijven.

Personeel

Het project werd opgevolgd door de gemeentelijke ambtenaren en hun burgemeester. Daarnaast werd het participatieproces zelf vooral gecoördineerd door de stuurgroep Info & en Inspraak. Deze stuurgroep bestaat uit vrijwilligers, zij deden het werk dus onbezoldigd.  

Tijd

Het hele proces nam ongeveer twee jaar in beslag (2005 – 2006).

Procedure / Aanpak

  • FASE 1: start project en bevraging bewoners
    Alle bewoners en de belangrijkste verenigingen werden bevraagd. Er werd een schriftelijke bevraging gedaan bij scholen, bedrijven, brandweer, koerscomité, en andere relevante verenigingen. Men peilde daarbij nog niet naar concrete oplossingen maar naar mogelijke randvoorwaarden voor een geslaagde aanpak van de dorpskern. De bewoners werden uitgenodigd op een informatievergadering. Tijdens de vergadering werden kansen en bedreigingen opgelijst. Ook het gemeentebestuur werkte mee aan deze oefening en stelde voor zichzelf een aantal basisvoorwaarden. Zo moest bv. het bustraject door het centrum behouden blijven en mocht het oorlogsmonument in geen geval worden weggehaald.
  • FASE 2: terugkoppeling
    • Kader wordt geschetst (GRS, Mobiliteitsplan, landschapsstudie).
    • Evaluatie van proefopstellingen.
    • Bespreking commentaren.
  • FASE 3: proefopstellingen herinrichting
    • Evaluatie proefopstellingen verkeersinrichting (in kleine werkgroep met vertegenwoordigers van scholen en individuele burgers die schriftelijk hadden gereageerd op de proefopstellingen).
    • Verdere vormgeving van ideeën over herinrichting van het centrum.
  • FASE 4: subsidiëringsysteem heraanleg landelijke kernen en werking van de kwaliteitskamer
    • Indiening als pdpo-project (programmadocument plattelandsontwikkeling).
    • Vastlegging vier pijlers (zie supra). 
    • Uitschrijven projectdefinitie (i.s.m. kwaliteitskamer).
  • FASE 5: brede brainstorm
    Brainstorm (georganiseerd door gemeentelijke stuurgroep informatie en inspraak) Een verzameling van doelgroepen zoals scholen, verenigingen, brandweer, senioren, parochie, kermisorganisaties… brainstormen in gemengde groepen over concrete invulling van de vier vastgelegde pijlers. Daarbij wordt gebruikgemaakt van een associatiemethode (associatie – analgon – resociatie).
  • FASE 6: definitief ontwerp
    Met de inbreng uit de voorgaande fasen wordt het defi nitieve ontwerp gemaakt en voorgelegd aan de gemeenteraad.
  • FASE 7: uitvoering van het project
    UNIZO verzorgt de contacten tussen gemeente en handelaars. Ze volgen ook alle werfvergaderingen mee op.

Evaluatie

Bereikte men een kwalitatief resultaat?

Men sleepte een nominatie voor de Prijs Vlaamse Bouwheer 2005 in de wacht. Ook het functioneren van een kwaliteitskamer kwam het resultaat ten goede. Deze kwaliteitskamer gaf plaats aan overleg met deskundigen, legde verschillende accenten en verzorgde een integrale kwaliteitszorg met aandacht voor groen, straatmeubilair, openbare verlichting en de link met de omgeving. Het project behaalde de Prijs Arthur Olivier 2006 "geïntegreerde aanpak van de heraanlag van landelijke dorpskernen".

Werden de verwachtingen van beleid en deelnemers ingelost?

Men vroeg in de eerste fase specifiek naar de verwachtingen van de bewoners. Die verwachtingen werden dan ook als eerste meegenomen in de rest van het proces. Bewoners geven na afloop zelf aan dat aan de meeste verwachtingen en verzuchtingen voldaan werd.

Is er sprake van reële beleidsbeïnvloeding?

Men leerde uit het project dat inspraak best ernstig opgevat en serieus genomen wordt. Het is nu een gegeven dat ingebed is in het gemeentebeleid. Men nam bewonersbetrokkenheid ook op in de doelstellingen bij de start van het project. Door het systematisch terugkoppelen van ontwerpen en proefopstellingen is er sprake van een reële beleidsbeïnvloeding. Je kan hier zelfs bijna spreken van coproductie.

Zijn de kosten (middelen)/baten (verruiming draagvlak, responsabilisering van de burger) in evenwicht?

Door de gemeente werd het project als zeer positief geëvalueerd. Door de grote betrokkenheid van burgers en het werken op basis van een duidelijke projectdefinitie kon men een zeer ruim draagvlak creëren voor de genomen beslissingen. Vooral bij de bewoners die zelf actief meegewerkt hebben was de tevredenheid groot. Een beperkte groep van bewoners was minder tevreden over het feit dat er in het nieuwe ontwerp minder plaats overgelaten werd voor de auto. De gehanteerde methode wordt nu gebruikt in Oostnieuwkerke.

Is er in de wijk een blijvende inspraakstructuur ontstaan of werd de procedure getransponeerd naar andere wijken/buurten?

In de toekomst zal ook de heraanleg van de dorpskern van Oostnieuwkerke op deze manier aangepakt worden.

  • Bron: Mobiliteitsparticipatie in buurten. Inspirerende praktijkvoorbeelden, Mobiel 21, 2007, p. 24-25.