3700 elektrische laadpalen in Vlaanderen tegen 2020

Uit mobiliteitsbrief 175 - Elektrische voertuigen

Tegen 2020 moeten er in Vlaanderen 7400 oplaadpunten of 3700 laadpalen beschikbaar zijn. Dat is één van de engagementen in het Vlaamse actieplan ‘Clean Power for Transport’. Elke gemeente moet daarbij minstens één publiek toegankelijk oplaadpunt installeren.

02_laadpaal.jpgIn Vlaanderen werd eind 2015 het actieplan ‘Clean Power for Transport’ goedgekeurd. Daarin belooft Vlaanderen om 7400 oplaadpunten of 3700 laadpalen te voorzien tegen 2020. Om dit te realiseren stelden de distributienetbeheerders Eandis en Infrax in overleg met de lokale besturen onder meer een ‘situeringsplan oplaadpunten’ op. Daarin staat hoeveel toegankelijke oplaadpunten elke gemeente moet realiseren tegen 2020.

Oplaadpunten in elke gemeente

Iedere gemeente heeft dus een specifiek aantal te realiseren publiek toegankelijke oplaadpunten tegen 2020. Het ‘situeringsplan oplaadpunten’ wordt jaarlijks geüpdatet op basis van de nieuwe gerealiseerde oplaadpunten. Tijdens de uitrol bekijkt de netwerkbeheerder in overleg met de stad of gemeente wat de beste locaties voor oplaadpalen zijn in functie van het lokale parkeerbeleid, de aanwezigheid van drukbezochte sites, knooppunten van openbaar vervoer en de beschikbaarheid en capaciteit van het elektriciteitsnetwerk.

Kies openbare dienstverplichting of in eigen beheer

Eandis en Infrax voeren in opdracht van de Vlaamse Regering een openbare dienstverplichting uit. Jaarlijks organiseren ze een aanbesteding voor de installatie, het onderhoud en de commerciële exploitatie van publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische wagens voor normaal of hoog vermogen. Elke gemeente heeft ondertussen haar keuze bekend gemaakt om in te tekenen op de openbare dienstverplichting of om dit in eigen beheer uit te voeren. De eerste aanbesteding van de netbeheerders voor de periode 2016-2017 is ondertussen gelanceerd.

Meldingsplicht voor laadpalen

De Vlaamse overheid voerde een meldingsplicht voor bestaande en nieuwe laadpalen in. Eandis en Infrax bundelen de verschillende gegevens van alle publiek toegankelijke oplaadpunten om ze via een open formaat publiekelijk ter beschikking te stellen. Deze gegevens worden ontsloten via online platformen, kaarten, gps-systemen, apps enzovoort.

Proactief of reactief installeren

Gemeenten kunnen kiezen tussen een proactieve of een reactieve aanpak voor de installatie van oplaadpunten. Het voorzien van oplaadpunten op strategisch interessante locaties (bijvoorbeeld, sportcentra, musea, congrescentra...) is een proactieve uitrolstrategie. Deze oplaadpunten resulteren in een basisnetwerk. Hierdoor ontstaat een dekkend netwerk van publieke laadpalen dat economisch interessant is. Het dekkend netwerk is noodzakelijk omdat de EV-rijder zich niet beperkt tot de stedelijke en gemeentelijke kernen.

Daarnaast is er de reactieve aanpak. Die is gebaseerd op de effectieve vraag naar oplaadpunten. Het principe ‘laadpaal volgt wagen’ wil zeggen dat oplaadpunten er komen op vraag van EV-rijders in de buurt van hun woonplaats. Bij deze aanpak is er dus een zekere garantie dat het oplaadpunt gebruikt zal worden. Aanvragen voor een laadpaal volgens het ‘laadpaal volgt wagen’ principe worden gecentraliseerd via het loket dat de distributienetbeheerders opzetten. Per goedgekeurde aanvraag nemen Infrax of Eandis contact op met de steden en gemeenten om de juiste positie van de laadpaal te bepalen.

‘Ladder van laden’

Het is aangewezen om zowel oplaadpunten te voorzien op het private, semipublieke als publieke domein. De ‘ladder van laden’ is een goede handleiding voor dit principe. Daarbij bekijkt men eerst of de aanvrager op zijn eigen terrein (privaat) – de eerste trede van de ladder – kan laden. Zo niet, dan wordt gekeken naar de aanwezigheid en bezettingsgraad van bestaande oplaadpunten binnen een aanvaardbare straal op loopafstand (vb. 250 - 500 meter). Als ook daar geen of onvoldoende oplaadpunten zijn, onderzoekt men of een nieuw oplaadpunt geïnstalleerd kan worden in andere publiek toegankelijke parkeervoorzieningen (vb. parkeergarages, parking supermarkt, ...). Pas als ook dat niet kan, komt er een bijkomend oplaadpunt in het straatbeeld – de laatste trede van de ladder.2017-01-20_1434.jpg

 

Normen voor laadpalen

Om zo veel mogelijk synergie en analogie van de oplaadpunten te stimuleren, werd de ‘Code Publiek Toegankelijk Laden’ ontwikkeld. Ze bevat normen voor de betalingsmogelijkheden, de snelheid van het laden en de toegankelijkheid van de laadpunten. Een van de belangrijkste eisen is dat er steeds een ad-hocbetalingsmethode zonder contract of abonnement moet zijn aan de oplaadpunten, zoals bijvoorbeeld sms-betaling. Zo ontstaat de garantie dat iedereen altijd en overal kan laden. Zowel overheden als bedrijven hanteren deze code als norm voor publiek toegankelijke oplaadpunten.