50% van de haltes van het kern- en aanvullend net toegankelijk tegen 2030

Uit mobiliteitsbrief 216 - Masterplan Toegankelijkheid

De Lijn monitort al vier jaar de toegankelijkheidsstatus van de haltes via een haltebeheertool. “Daaruit blijkt dat er weinig vooruitgang is, en dat er extra maatregelen nodig zijn”, zegt Eddy Gielis van De Lijn. “Met het Masterplan Toegankelijkheid, dat in de beleidsnota Mobiliteit en Openbare werken werd vooropgesteld, kunnen we dat probleem nu versneld aanpakken.”

eddy.jpgEddy Gielis, toegankelijkheidsmanager De Lijn: “Eind 2020 was 99 % van onze eigen bussen en 56 % van onze trams toegankelijk.”

Wat staat er in het Masterplan Toegankelijkheid?

“Kort samengevat: tegen 2030 moet de helft van de haltes van het kernnet en aanvullend net toegankelijk zijn. Alle haltes die opgenomen zijn in een Hoppinpunt (vervoersknooppunt) moeten tegen diezelfde deadline autonoom toegankelijk zijn voor personen met een motorische en visuele beperking. De uitrol van het plan wordt afgestemd op de vastlegging van de haltes van het kern- en aanvullend net in het nieuw openbaarvervoernetwerk. Deze doelstellingen willen we bereiken door haltes langs gewestwegen versneld toegankelijk te maken, maar ook door de lokale besturen te stimuleren en te ondersteunen om de haltes langs gemeentewegen aan te pakken. Daarom werd het masterplan uitgewerkt door een werkgroep met vertegenwoordigers van VVSG, AWV, Inter (het Vlaams expertisecentrum voor toegankelijkheid en Universal Design), het Departement MOW en De Lijn.”

Hoeveel haltes zijn nu al toegankelijk?

“Slechts 13,2% van de haltes zijn autonoom toegankelijk voor personen met een motorische beperking. 6,6% is uitgerust met tactiele geleiding voor personen met een visuele beperking. De grootste uitdaging ligt bij de vele gemeentelijke wegbeheerders. Zij hebben vandaag het grootste aandeel van de haltes in beheer, waarvan een kleiner aandeel toegankelijk is aangelegd. Ongeveer een derde van de haltes ligt langs gewestwegen. Daarvan is 17,3% toegankelijk voor personen met een motorische beperking. Ongeveer twee derde van de haltes ligt langs gemeentewegen. Daarvan is 10,4% toegankelijk voor personen met een motorische beperking. Uit de cijfers blijken wel regionale verschillen. Zo beschikken stedelijke gebieden over een groter aandeel toegankelijke haltes.”

Welke inspanningen deed De Lijn zelf al om de toegankelijkheid te verbeteren?

“De Lijn investeert al jaren systematisch in toegankelijke voertuigen. Eind 2020 was 99% van onze eigen bussen en 88% van de bussen van onze exploitanten toegankelijk. Van de trams was eind 2020 56% toegankelijk. Conform de beheersovereenkomst zal 85% toegankelijk zijn tegen 2025. Daarnaast monitort De Lijn sinds 2017 de toegankelijkheidsstatus van haltes. De toegankelijkheidsstatus van elke halte wordt berekend op basis van zes indicatoren die de halteploegen ter plaatse meten via een haltebeheertool. Op basis van die input krijgt de halte automatisch een toegankelijkheidsstatus. Daarin maken we een onderscheid tussen: (1) toegankelijk voor personen met een motorische beperking, (2) toegankelijk voor personen met een motorische beperking mits assistentie van begeleider en (3) toegankelijk voor personen met een visuele beperking. Deze informatie is ook gelinkt met de reizigersinformatie. De routeplanner op de website en de app van De Lijn toont vandaag al of de halte toegankelijk is met symbolen, die ook op de halteborden staan. Ook de mobiliteitscentrale zal, als toekomstige bron van reisinformatie, de toegankelijkheidsinfo meegeven. Zo kunnen reizigers de informatie gebruiken tijdens hun reis of bij de voorbereiding van hun verplaatsing.”


Doelstellingen van het Masterplan Toegankelijkheid

  • 50% van de haltes van het kernnet en aanvullend net moet toegankelijk zijn tegen 2030. Zo kunnen ongeveer 70% van de reizigers gebruik maken van een toegankelijke rit.
    • Bestaande haltes zijn minimaal toegankelijk mits assistentie.
    • Nieuw (her)aangelegde haltes zijn autonoom toegankelijk voor personen met een motorische en visuele beperking.
  • 100% van de haltes bij een Hoppinpunt (vervoersknooppunt) zijn autonoom toegankelijk voor personen met een motorische en visuele beperking tegen 2030.
    • Nieuwe haltes bij een Hoppinpunt worden meteen toegankelijk aangelegd.