Combimobiliteit en mobiliteitscentrale spelen sleutelrol bij het vervoer op maat

Uit mobiliteitsbrief 185 - Basisbereikbaarheid

Het vervoer op maat vormt de onderste vervoerslaag van het openbaarvervoersmodel voor basisbereikbaarheid. Niet alleen (pendel)bussen, maar ook deelfietsen, deelauto’s en taxi’s behoren tot deze vervoerslaag.

Het vervoer op maat zorgt voor een efficiënte invulling van de lokale vervoersvragen. Het gaat dan om lokale, al dan niet private initiatieven. Voorbeelden van vervoer op maat zijn buurtbussen, taxi’s, het doelgroepenvervoer, het lokaal vraagafhankelijk net, het leerlingenvervoer in het bijzonder onderwijs, mobiliteit door deelorganisaties (deelfietsen, deelwagens, ...), lokale initiatieven zoals taxicheques, buurtbussen, ontsluiting van moeilijk te bereiken bedrijvenzones, collectieve taxi’s, … Het vervoer op maat wordt aangestuurd in de mobiliteitscentrale. Mobipunten vormen de fysieke spil tussen de verschillende soorten vervoer op maat in een bepaalde buurt.

Groeitraject voor centrale regie

De vervoerregioraden zullen in de toekomst kunnen beslissen hoe zij het vraagafhankelijk vervoer willen uittekenen, rekening houdend met de beschikbare middelen, en afhankelijk van welke (nieuwe) initiatieven zij in de markt willen gezet zien. De regierol voor het vraagafhankelijk vervoer wordt opgenomen door de mobiliteitscentrales. De mobiliteitscentrale adviseert, plant, coördineert en factureert (zie kader). Bij de start van basisbereikbaarheid in 2020 zullen de mobiliteitscentrales echter nog niet op kruissnelheid draaien. Daarom is een groeitraject voorzien. In een eerste overgangsfase zullen de verschillende onderdelen binnen het vervoer op maat nog naast elkaar bestaan. De belbuscentrales en de Mobiliteitscentrales Aangepast Vervoer (MAV’s) worden in eerste instantie in elkaar geschoven. Na verloop van tijd worden alle netwerken met elkaar geïntegreerd en gecoördineerd door de mobiliteitscentrale.

groeitraject 2 LARGE.jpgGroeitraject voor het vervoer op maat.

Mobiliteitscentrale coördineert

De inzet van het lokaal vraagafhankelijk vervoer zal na verloop van tijd aangestuurd worden door een mobiliteitscentrale, een zelfstandig opererend orgaan dat vervoeraanvragen voor ritten verzamelt, efficiënt plant en vervolgens uitzet bij één of meerdere vervoerders.

De mobiliteitscentrale:

  • Geeft informatie en advies over openbaar vervoer, inclusief deelfietsen-en wagens, taxi’s, vrijwilligersvervoer, …
  • Ontvangt de ritaanvragen.
  • Plant de ritten.
  • Coördineert de dispatching van de ritten naar de vervoerders.
  • Factureert de ritprijs.

Mobipunt: multimodaal knooppunt in de wijk

Om het multimodaal vervoer mogelijk te maken en te promoten, kunnen lokale besturen mobipunten inrichten. Een mobipunt is een fysieke plaats waar verschillende mobiliteitsfuncties elkaar ontmoeten: autodelen, nabijheid openbaar vervoer, fietsparkeren en toegankelijkheid zijn er essentieel.

Het mobipunt regelt de mobiliteit op maat van een buurt. Verspreid over een stad zijn meerdere mobipunten aanwezig. Zoals een treinstation de voornaamste mobiliteitshub is voor een stad, is een mobipunt de hub voor een buurt. Elk mobipunt krijgt ook een eigen naam, omwille van de duidelijkheid en latere integratie in routeplanners, bijvoorbeeld mobipunt Bloemekeswijk, mobipunt Luchtbal, mobipunt Zomergem-Dorp, ...

Naast mobiliteitsdiensten kunnen ook andere zaken aanvullend aangeboden worden: info over buurtactiviteiten, een broodautomaat, locker voor pakjes, ... Afhankelijk van de functies van de buurt kan een mobipunt andere accenten hebben. Zo kan een mobipunt ingericht worden voor een bedrijvencluster, een winkelbuurt of een woonbuurt. De gemeenten bepalen zelf de ligging van de mobipunten, met in achtneming van een minimale onderlinge afstand van 300 m.

mobipunt.jpgEen mobipunt fungeert als mobiliteitshub voor de buurt. Meer info over mobipunten op www.autodelen.net