De drie standaardrotondes

Uit mobiliteitsbrief 234 - Fietsveilige rotondes

Geen wildgroei aan markeringen, maar een duidelijk en herkenbaar wegbeeld op elke rotonde. Daar willen het Agentschap Wegen en Verkeer en Fietsberaad Vlaanderen naartoe met het nieuwe vademecum. In dit artikel bespreken we de drie standaardtypes.

Zones met gemengd verkeer (zone 30)

Rotonde in zone met gemengd verkeerDit type is geschikt voor zones met gemengd verkeer. Op de rotonde mogen fietsers in het midden van de rijbaan rijden. Zo zijn ze het best zichtbaar en fietsen ze nooit in de dode hoek van gemotoriseerd verkeer.

  1. De fietstekens op de rotonde zijn een nieuwigheid uit het vademecum. Ze maken duidelijk dat fietsers in het midden van de rijstrook mogen rijden.
  2. De rijstrook is niet breder dan de standaardbreedte. Zo vermijd je dat auto’s fietsers proberen in te halen op de rotonde.
  3. In het midden kan een overrijdbare strook in printbeton worden aangelegd voor vrachtwagens.

 


De rotonde op de kruising van de Boudewijnlaan (R41) met de Naarstigheidstraat in Aalst.

De rotonde op de kruising van de Boudewijnlaan (R41) met de Naarstigheidstraat in Aalst. Een goed voorbeeld van een rotonde met gemengd verkeer.

 

 


In verblijfsgebied

Rotonde in een verblijfsgebied

Deze rotonde is geschikt voor zones met bebouwing en veel fietsers. Hier willen we de doorstroming voor fietsers zo vlot mogelijk maken. Daarom krijgen de fietspaden een vloeiende vorm en hebben overstekende fietsers voorrang op de autobestuurders. Fietsers in de voorrang brengt natuurlijk risico’s met zich mee. Daarom ligt er een brede strook tussen de rotonde en het fietspad.

  1. De afstand tussen de rotonde en het fietspad is minstens 5 meter. Hier kunnen auto’s die de rotonde verlaten, wachten om fietsers voorrang te geven.
  2. De fietspaden zijn helemaal afgescheiden van de rotonde. Het fietspad heeft een vloeiende beweging zodat fietsers vlot kunnen doorrijden.
  3. Het fietspad op kruising met de rijweg heeft een rode kleur. Dit geeft aan dat fietsers voorrang hebben, hoewel de rode kleur geen officieel onderdeel van de wegcode is.
  4. Fietsers steken maximaal één rijstrook per keer over. Daarom ligt er een middeneiland op elke tak van de rotonde.

Fietspad op verkeersplateau

Het fietspad op de rotonde hierboven ligt volgens de nieuwe richtlijnen altijd op een verkeersplateau. Zo is het duidelijk dat fietsers voorrang hebben en vertragen auto’s automatisch. Is een verkeersplateau niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat er veel bussen passeren? Dan kies je best voor een andere oplossing of haal je fietsers uit de voorrang. In dat geval verandert ook de inrichting van de fietsinfrastructuur. Anders ontstaan er verwarrende en onveilige situaties.

In verkeersgebied

Rotonde in verkeersgebied

Dit type is geschikt voor drukkere wegen met minder bebouwing. Omdat de snelheid hier hoger ligt, krijgen fietsers geen voorrang. Anders is het risico op conflicten te groot. De vormgeving van de rotonde en de fietspaden is hier ook aan aangepast.

  1. De fietspaden hebben een uitbuiging, ze lopen niet mee met de rotonde.
  2. Op de kruising hebben de fietspaden geen rode kleur, anders lijkt het alsof fietsers toch voorrang hebben.
  3. De middenberm is breder dan in vroegere richtlijnen. Ze is minstens 3 meter breed, zodat ook fietsen met een fietskar en bakfietsen er veilig kunnen wachten.

 


Rotonde op de Tongersestraat in BilzenDeze nieuwe rotonde op de Tongersestraat in Bilzen is een goed voorbeeld van het nieuwe standaardtype.

 

 

 

 

 


Wat met turborotondes? 

Turborotondes of rotondes met voorsorteerstroken zijn in opmars in Vlaanderen. Voor auto’s zijn ze veiliger en hebben ze meer capaciteit. Voor fietsers is het soms een ander verhaal. Het Agentschap Wegen en Verkeer adviseert om bij turborotondes zoveel mogelijk te werken met ongelijkgrondse kruisingen voor fietsers, dus met fietstunnels of -bruggen. Wanneer fietsers meer dan één rijstrook tegelijk moeten oversteken, vergroot het risico op ongevallen.