De nieuwste strategische verkeersmodellen bestaan uit vier componenten met elk een eigen focus.
Vanuit dit masternetwerk wordt voor elk verkeersmodel een eigen netwerk afgeleid. Het netwerkmodel zegt aan welke infrastructuur de verkeersbewegingen tussen een bepaalde herkomst en bestemming worden toegekend. Het netwerkmodel levert daarnaast ook kostenskims aan het personenmodel en het vrachtmodel. Kostenskims geven weer hoe moeilijk het is om een verkeersbeweging met een bepaalde vervoersmodus van de herkomstzones naar de bestemmingszones te maken (bijvoorbeeld uitgedrukt in reistijd, reiskosten, ...).
De verschillende componenten staan met elkaar in verbinding, maar kunnen ook afzonderlijk functioneren. Afhankelijk van de onderzoeksvraag en de geselecteerde doorrekeninstellingen, zal de rekenprocessor automatisch beslissen welke functionaliteiten van de componenten worden ingeschakeld en hoe de onderlinge communicatie tussen de componenten verloopt. Dit proces gebeurt automatisch zodanig dat de gebruiker zich volledig kan focussen op de resultaten uit de verkeersmodellen.