Voertuigafhankelijke regelingen zijn vandaag standaard op 99% van de kruispunten langs gewestwegen in Vlaanderen. Ze gebruiken detectie om het verkeer zo goed mogelijk in kaart te brengen en op basis daarvan de lichtenregelingen aan te passen. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) legde een standaardconfiguratie vast voor een optimaal resultaat.
Voertuigafhankelijke regelingen hebben informatie nodig om zich te kunnen aanpassen aan de hoeveelheid verkeer die zich aandient. Deze informatie wordt aangeleverd door detectoren op het kruispunt. Er bestaan verschillende soorten detectie (zie kader). In de meeste gevallen wordt de inductieve lus gebruikt voor detectie van autoverkeer en de drukknop voor detectie van fietsers en voetgangers. Soms kunnen de omstandigheden een ander detectiemiddel vragen, of is er een combinatie nodig van verschillende registratievormen.
Het AWV werkte in het kader van het actieplan rond verkeerslichten een standaardconfiguratie uit voor detectie. Die wordt op alle nieuwe kruispunten of op kruispunten met grondige infrastructuurwerken toegepast. Een van de basisprincipes is dat er steeds detectielussen aangelegd worden op elke rijstrook. De nieuwe standaardconfiguratie bestaat uit een detectielus vlak voor het kruispunt op 3 à 5 meter, een detectielus op 30 à 50 meter voor het kruispunt en een optionele veraf-lus op 60 à 100 meter voor de stopstreep (zie tekening).
Standaardconfiguratie voor detectie aan voertuigafhankelijke verkeerslichtengeregelde kruispunten