"Een praktische handleiding voor lokale overheden"

Uit mobiliteitsbrief 189 - Mobiliteitseffectenstudies

De richtlijnen voor mobiliteitseffectenrapporten (MOBER’s) zijn grondig vernieuwd. “We integreerden de nieuwe omgevingsvergunning en milieueffectenrapportering (m.e.r.). Ook de uitgebreide lijst van Vlaamse kengetallen is nieuw”, zegt Mark Thoelen van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

01_ThoelenMark3JDB.jpgMark Thoelen, beleidsmedewerker Mobiliteit bij het Departement MOW: “Met nieuwe en gedetailleerde Vlaamse kengetallen kunnen we de mobiliteitseffecten beter inschatten.”

Een mobiliteitseffectenrapport (MOBER) voorspelt de gevolgen van een toekomstige ruimtelijke ingreep op de mobiliteit”, vertelt Mark Thoelen. “Zo kunnen we anticiperen op negatieve gevolgen en de plannen eventueel aanpassen. Het Richtlijnenboek MOBER beschrijft de opeenvolgende stappen om een MOBER te maken. Het geeft ook kencijfers en informatie over andere gegevensbronnen. Het boek is een praktische handleiding op maat van initiatiefnemers, studiebureaus en lokale overheden.”

Is de term ‘mobiliteitseffectenrapport’ of ‘MOBER’ wel correct?

“In de wetgeving over de omgevingsvergunning worden deze termen inderdaad niet gebruikt. Daar staat alleen omschreven wanneer er een ‘mobiliteitsstudie’ noodzakelijk is voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Maar de woorden ‘mobiliteitseffectenrapport’ en ‘MOBER’ worden wel courant gebruikt om dit soort mobiliteitsstudies aan te duiden. Ze benoemen ook duidelijker wat de bedoeling is, namelijk verkeers- en mobiliteitseffecten van een geplande ingreep in beeld brengen. Door deze termen te gebruiken, voorkomen we bovendien verwarring met andere soorten mobiliteitsstudies of -plannen.”

Waarom moesten de richtlijnen aangepast worden?

“Het vorige richtlijnenboek dateerde al van 2009. Sindsdien is de omgevingsvergunning geïntroduceerd en zijn ook de regels voor een milieueffectenrapportering (m.e.r.) grondig aangepast. Beide hebben een grote impact op mobiliteitsstudies, dus spreekt het voor zich dat we de richtlijnen daaraan aanpassen. Door de afstemming is er ook meer wisselwerking mogelijk. Milderende maatregelen uit de MOBER kunnen nu bijvoorbeeld opgenomen worden in de ’lasten’ van de omgevingsvergunning, bijvoorbeeld infrastructuur om de mobiliteit te verbeteren. We hebben ook bijna tien jaar praktijkervaring mee verwerkt. Daardoor zijn de richtlijnen nu duidelijker en praktischer. We willen ook meer uniformiteit in de aanvragen nastreven. De richtlijnen zijn algemeen toepasbaar, voor specifieke mobiliteitseffectenrapporten of binnen de discipline mobiliteit in een project- of planMER.”

Wat zijn de grootste aanpassingen?

“Het nieuwe boek is veel praktischer. Het is een echt werkinstrument voor studiebureaus en lokale overheden met checklists, duidelijke stroomschema’s en verfijnde methoden en technieken. Op verschillende plaatsen geven we tips en aandachtspunten voor de vergunning- en adviesverlenende overheden. Daarnaast hebben we de Vlaamse kengetallen uitgebreid en verfijnd. Vroeger hadden we alleen globale Vlaamse kencijfers voor wonen, kantoren en winkels. Nu komen daar zes nieuwe functies bij. De cijfers zijn ook verder verfijnd per categorie. Door die specifiekere informatie kunnen de mobiliteitseffecten beter ingeschat worden. Tot slot hebben we in deze vernieuwde versie meer aandacht voor neveneffecten en indirecte effecten - zoals veiligheid, leefbaarheid en oversteekbaarheid - en voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer.”

Is er een overgangsregeling?

“Ja. De overgangsregeling verschilt voor projecten en plannen. Het komt erop neer dat lopende dossiers, die volledig uitgewerkt zijn vóór het indienen van de vergunningsaanvraag, niet opnieuw moeten gebeuren. Meer details staan op pagina 8 van het Richtlijnenboek MOBER .”

De regels over MOBER’s zijn juridisch verankerd in het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015. Download hier het Richtlijnenboek Mober.