"Er is een trend naar verregaande betrokkenheid"

Uit mobiliteitsbrief 208 - Participatie

“Inspraak, cocreatie en coproductie worden steeds belangrijker om projecten met draagvlak te realiseren”, zegt Kris Snijkers, algemeen directeur van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).

01_KRIS.jpgKris Snijkers, algemeen directeur VVSG: “De mening van één adviesraad volstaat niet langer om een gedragen project te realiseren.”

Doen lokale besturen vandaag vaker aan participatie?

“Ja! De vraagstukken die op tafel liggen zijn complexer, waardoor de mening van één adviesraad niet meer volstaat. Gemeenten willen input van hun inwoners, maar ook van gebruikers, passanten, handelaars, scholen, …”

Welke vormen van participatie raad je aan?

“Elke vorm van participatie heeft zijn waarde, maar het is de kunst om de juiste vorm voor je project te kiezen. Er zijn vijf verschillende participatievormen, die worden aangeduid op de ‘participatieladder’: informeren, voorstellen doen, consultatie of advies, coproductie & cocreatie en tot slot burgerinitiatief. Deze ladder gaat van weinig interactie naar zeer verregaand engagement. Informeren, voorstellen doen en consultatie gebeurt vandaag in alle Vlaamse gemeenten. Bij coproductie nodigt de overheid betrokkenen burgers uit om samen te denken. Bij cocreatie zijn er meerdere partners betrokken en kan het initiatief ook vanuit een andere partner komen. De overheid zit dan dus niet noodzakelijk aan het stuur. Bij burgerinitiatief neemt de burger zelf het heft in handen. Overheden kunnen zich daar eventueel bij aansluiten. Deze laatste vormen van participatie zijn aan een opmars bezig.”

Kost participatie veel mankracht en budget?

“Niet noodzakelijk. Grote steden experimenteren vaker omdat ze meer personeel, middelen en mogelijkheden hebben, maar ook kleinere gemeenten zijn inventief. Door je inwoners sterker bij het beleid te betrekken, kan je heel wat capaciteit ontdekken bij je lokale bevolking, waardoor je als lokaal bestuur uiteindelijk meer kan doen met minder personeel. Overheden beseffen dus dat ze moeten investeren in kennisopbouw en middelen waardoor ze een kwaliteitsvoller beleid ontwikkelen.”

Kan digitale participatie een oplossing zijn in coronatijden?

”Ja, maar eigenlijk zijn digitale participatievormen al een tijdje aan een opmars bezig. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2019 hebben ze een hoge vlucht genomen. Veel gemeentebesturen hebben online platformen gebruikt om ideeën te verzamelen voor hun meerjarenplan 2020 - 2025. Vraag is of zij deze digitale participatieplatformen ook nog gebruiken bij de uitvoering van projecten? Ook door de coronacrisis worden dergelijke platformen opgezet, meer bepaald om hulpvragen aan vrijwilligers te linken. Daarnaast worden offline participatietrajecten over bijvoorbeeld mobiliteitsvraagstukken nu online georganiseerd.”

Hoe zie je dit in de toekomst evolueren?

“De betrokkenheid van de burger zal toenemen. Vandaag zijn er experimenten die al heel ver gaan. Bijvoorbeeld de burgerbegroting, waarbij het stadsbestuur een budget aan burgers geeft dat ze zelf kunnen invullen onder voorwaarden. Er is een heuse participatieve democratie aan het ontstaan. Toch moeten we ook waarden als diversiteit en het algemeen belang blijven bewaken. Brussel en Mechelen experimenteren met een burgerpanel: een diverse groep burgers samengesteld door loting die het beleid maandelijks adviseert. Dit stelt uitdagingen voor de rol van de gemeenteraad. Hoe ga je er als gemeenteraad mee om dat het college en de gemeentelijke administratie rechtstreeks met de burgers interageren? Daarom hebben wij nu, samen met Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers, een project lopen waarbij we de gemeenteraadsleden een sterkere rol willen geven in het versterken van de participatie door inwoners.”