Functioneel gebruik primeert voor verlichting vrijliggende fietspaden

Uit mobiliteitsbrief 183 - Vernieuwde lichtvisie

Vrijliggende fietspaden krijgen in de nieuwe lichtvisie altijd verlichting als ze functioneel gebruikt worden en op een fietsbare afstand van een kleinstedelijke kern liggen.

Voor vrijliggende fietspaden is in de lichtvisie een nieuwe methodiek uitgetekend. Twee criteria bepalen of het vrijliggend fietspad al dan niet verlicht wordt (voor zover het al niet met de rijweg mee kan verlicht worden):

  • Behoort tot het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF)?
  • Vormt het de verbinding tussen een kleinstedelijk gebied en het eerstvolgende dorp (max 10 km)?

Als het vrijliggend fietspad deel uitmaakt van het BFF, en het ligt tussen een kleinstedelijk gebied en het eerstvolgende dorp (max 10 km), dan zal het fietspad verlicht worden. Gelden deze twee voorwaarden niet, dan wordt het vrijliggend fietspad in principe niet verlicht. Er worden dan wel alternatieven aangeboden in de vorm van retro-reflecterende markering voor geleiding: randmarkering bij enkelrichting en asmarkering bij dubbelrichting. Het patroon van deze wegmarkering om fietsers te geleiden op onverlichte vrijliggende fietspaden en fietswegen verschilt in breedte en lengte duidelijk van fietspadmarkering. Kritische punten in onverlicht gebied krijgen actieve wegdekreflectoren, bijvoorbeeld om paaltjes aan te kondigen, of wanneer twee fietspaden kruisen.

Door het BFF en de nabijheid van een kleinstedelijke kern als selectiecriteria te gebruiken, kan de lichtvisie meer focussen op de verlichting van de drukkere trajecten. Waar veel potentieel functioneel fietsverkeer is, wordt nu automatisch ook fietspadverlichting voorzien. Waar minder potentieel functioneel fietsverkeer is, is fietspadverlichting volgens de lichtvisie in se niet nodig, mits voldoende aandacht voor retro-reflecterende markering.

boom.jpgBeslissingsboom voor de verlichting van vrijliggende fietspaden (zie pag. 133 in de Lichtvisie ).