Open brief aan alle mandatarissen

Uit mobiliteitsbrief 195 - Nieuw lokaal mobiliteitsbeleid

weytsheelklein.jpgBen Weyts, Vlaams minister van Mobiliteit: “De verwachtingen van de Vlaming over mobiliteit zijn hoog gespannen.”

Beste mandatarissen,

Allereerst: proficiat. Jullie hebben het vertrouwen gekregen van de kiezers. Nu moeten we allemaal – en ik spreek als gemeenteraadslid in het prachtige Beersel ook voor mezelf – dat vertrouwen waard blijken. Zeker als het gaat over mobiliteit zijn de verwachtingen van de Vlaming hoog gespannen. De uitdagingen op het gebied van mobiliteit zijn zelfs zo groot dat de mensen soms alleen nog kommer en kwel zien. In werkelijkheid zijn er in het mobiliteitsdebat ook veel lichtpuntjes: concrete perspectieven die het beste beloven voor de toekomst. Er wordt de laatste jaren fors meer geïnvesteerd in alle vormen van vervoer, enkele grote infrastructuurprojecten staan eindelijk op de rails en het Vlaamse beleid is bijgesteld om beter in te spelen op de uitdagingen.

Jullie zullen als lokale bestuurders bijvoorbeeld aan de slag gaan met het nieuwe beleidsconcept van basisbereikbaarheid. Voor lokale besturen is die basisbereikbaarheid een revolutie. Burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden krijgen veel opmerkingen over bussen en trams – maar tot nu toe hadden de lokale besturen relatief weinig te zeggen over mobiliteit en ze hadden helemaal geen zeggenschap over De Lijn. Zo hebben we jarenlang kansen gemist, want steden en gemeenten hebben vaak de meeste expertise in huis als het gaat over lokale vervoersvragen en -mogelijkheden. Dankzij basisbereikbaarheid zal ons mobiliteitsbeleid nu volledig anders georganiseerd worden. Lokale besturen zullen bijvoorbeeld voor het eerst kunnen meebeslissen over het aanbod van De Lijn op hun grondgebied. We geven dus veel meer mogelijkheden en vertrouwen aan de lokale mandatarissen.

Als minister van Mobiliteit beschouw ik de lokale besturen als bondgenoten. Zo is er ook geen fietsbeleid mogelijk zonder de steden en gemeenten. Ik heb het Vlaamse investeringsbudget voor de fiets fors opgetrokken: in 2017 hebben we de ‘magische kaap’ van de 100 miljoen voor het eerst gerond en in 2018 deden we met 110 miljoen nog beter. Maar tegelijkertijd ligt 60% van het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF, goed voor 12.000 kilometer) langs lokale wegen. We zullen er dus pas écht in slagen om meer mensen te verleiden om te gaan fietsen als we allemaal rijden voor de fiets.

Over fietsers gesproken: alle overheden streven naar een verdere versterking van de verkeersveiligheid. We voeren het gevecht voor minder verkeersslachtoffers op vele fronten, maar ik wil schoolomgevingen naar voor schuiven als belangrijk voorbeeld. Vandaag brengen veel ouders hun kind met de auto naar school omdat ze fietsen niet veilig genoeg vinden – onder meer omdat zoveel ouders hun kind met de auto naar school brengen. We moeten deze vicieuze cirkel doorbreken en schoolomgevingen veiliger maken. Zo heb ik in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen 20 miljoen vrijgemaakt ter ondersteuning van nieuwe besturen die maatregelen willen nemen om schoolomgevingen veiliger te maken. Als een aantredend gemeentebestuur in het beleidsplan een investeringsbedrag voorziet voor een schoolomgeving, dan wil ik daar hetzelfde investeringsbedrag naastleggen.

Het ontbreekt me aan ruimte om elk aspect van het mobiliteitsbeleid aan te raken, maar gelukkig kan u verderop in deze publicatie nog meer interessante dingen lezen. Ik wens u veel leesplezier, veel inspiratie en veel succes.

Ben Weyts, Vlaams Minister van Mobiliteit