Tien tips voor een kwaliteitsvol project

Uit mobiliteitsbrief 186 - Kwaliteitszorg

Door een project van in het begin met een ruime blik te bekijken, kan vaak een grote meerwaarde gecreëerd worden. De kwaliteitsadviseurs geven alvast 10 concrete tips voor kwaliteitsvolle projecten.

  1. Begin met de juiste vraag/probleemstelling.
    Probeer met een open geest het probleem te definiëren. Vertrek niet meteen van een mogelijke oplossing want daardoor kan je tunnelvisie ontwikkelen en de kans op een beter – alternatief – ontwerp mislopen. Vertrek bijvoorbeeld niet van “We willen in straat X een fietspad aanleggen”, maar wel van “We willen het centrum beter bereikbaar en veiliger maken voor fietsers. Hoe kunnen we dat doen?”
  2. Bekijk het totaalplaatje.
    Bekijk het project breed in zijn context, en vanuit een helikoperperspectief. De aanleg van een fietspad kan bijvoorbeeld een hogere meerwaarde krijgen door de aansluiting op nabijgelegen bestaand netwerk mee te nemen. Of hou er rekening mee dat je soms door een fietspad aan te leggen de auto nog sneller laat rijden en zelfs sluipverkeer faciliteert omdat er dan geen gemengd verkeer meer is.
  3. Denk toekomstgericht.
    Hou je niet strikt aan de huidige voorgeschreven maatvoering, maar denk toekomstgericht. Als je bijvoorbeeld een fietssnelweg wil aanleggen, ga dan breder dan de voorgeschreven 3 meter en zelfs dan de aanbevolen 3,5 meter. Een fietssnelweg van 4 meter biedt nog meer kwaliteit en zal ook in de toekomst voldoen aan de kwaliteitscheck. Besef dat de nieuwe inrichting er voor 10 tot 20 jaar ligt…
  4. Start tijdig met het project zodat er ruimte is voor feedback en verbetering.
    Een kwaliteitsvol ontwerp vraagt een open geest, heeft baat bij grondige discussies en heeft rijpingstijd nodig. Onder tijdsdruk is het vaak niet mogelijk om de juiste mindset te creëren. Start daarom tijdig.
  5. Vraag zo vroeg mogelijk in het proces advies.
    Zeker bij complexe dossiers, maar ook bij ogenschijnlijk eenvoudige dossiers, biedt het werken met een startnota en projectnota eerder voordelen ten opzichte van een unieke verantwoordingsnota. Zo kan de kwaliteitsadviseur zijn inzichten vroeger in het proces meegeven en kunnen deze worden geïntegreerd.
  6. Denk ook aan leefbaarheid en veiligheid.
    Een ontwerp mag niet enkel verkeerskundig bekeken worden. Vaak worden leefbaarheid en veiligheid ‘verge­ten’. Groenvoorzieningen kunnen bijvoorbeeld een duidelijke meer­waarde bieden. Dat niet alleen voor de leefbaarheid maar ook voor een juiste lezing van het wegbeeld, wat leidt tot een gewenst snelheidsge­drag. Schrap niet zomaar aanwe­zige groenelementen.
  7. Ga pragmatisch om met de richtlijnen.
    Uiteraard strekt het tot aanbeveling om de richtlijnen uit de verschillende vademecums en dienstorders zo veel mogelijk te volgen, maar soms is het totale plaatje belangrijker dan de som van de delen. Volg dus niet slaafs alle richtlijnen, maar probeer er creatief mee om te gaan in de gegeven context. Bijvoorbeeld de fietshellingsgraad van 4% hoeft niet kost wat kost aangehouden te worden in een regio waar veel andere natuurlijke hellingen voorkomen van meer dan 4%.
  8. Maak duidelijke keuzes, vermijd compromissen.
    Een ontwerp waarbij alle partners rond de tafel voor 80 % tevreden zijn, is vaak niet het beste ontwerp. Durf een duidelijke keuze te maken en er volledig voor te gaan.
  9. Ook in de uitvoering is kwaliteit belangrijk.
    Het is belangrijk om kwaliteit ook voorop te stellen tijdens de realisatie van het project, bijvoorbeeld het verantwoord plaatsen van de verkeersborden of bij het instellen van de voor­rangsregeling. Pas de plannen ook niet zo maar aan wanneer bijvoorbeeld een lokale particu­lier vraagt om een parkeerplaats voor de deur. Dit kan onvoor­ziene veiligheidsconsequenties met zich meebrengen, of het wegbeeld hypothekeren.
  10. Ook na het advies is er ruimte voor feedback en terugkoppeling.
    Kwaliteitsadviseurs staan ook nog naast de adviesverlening open voor feedback en terug­koppeling. Dat is interessant als bijkomende realitycheck. Terugkoppeling kan via de RMC of ook via de mobiliteitsbege­leider