Vlaanderen wordt ingedeeld in 15 vervoerregio’s. In elke vervoerregio wordt er een vervoerregioraad ingesteld. Die zal strategische beslissingen over de mobiliteitsontwikkeling in de vervoerregio nemen en adviseren. “Er zal veel meer gewerkt worden vanuit een regionale visie en dus niet meer zozeer binnen gemeentegrenzen. Deze nieuwe werkwijze zal het lokale mobiliteitsbeleid overspannen en versterken”, zegt Isabel Jacobs, adjunct-kabinetschef van Vlaams minister Ben Weyts.
Isabel Jacobs: “De vervoerregioraad wordt de cockpit voor het mobiliteitsbeleid in de hele vervoerregio.”
“Er is goed nagedacht over de 15 vervoerregio’s en toch is het nog altijd mogelijk dat een gemeente zich niet thuis voelt in onze indeling. We willen gemeenten natuurlijk niet dwingen om deel uit te maken van een bepaalde vervoerregio. Minister Weyts heeft aan de 5 provinciegouverneurs gevraagd om de voorgestelde indeling af te toetsen bij de lokale besturen. Zeker grensgemeenten willen misschien liever zelf beslissen tot welke vervoerregio ze willen behoren. Alle vervoerregioraden moeten eind 2018 operationeel zijn, zodat ze in 2019 kunnen starten met de voorbereidingen voor de uitrol van basisbereikbaarheid.”
“Het verplaatsingsgedrag van de Vlamingen heeft ook een regionale schaal. Mensen blijven niet alleen in hun eigen gemeente: ze gaan in een naburige gemeente naar de bakker, ze gaan drie dorpen verder werken en ze gaan shoppen in de grotere stad die vlakbij ligt. Wie het gemiddelde verplaatsingsgedrag bestudeert, ziet al snel dat er regionale clusters ontstaan. We zijn vanuit die realiteit vertrokken.”
“In de vervoerregioraad komen de belangrijkste stakeholders uit alle bestuursniveaus allemaal samen. Alle gemeenten uit de regio zijn rechtstreeks vertegenwoordigd, meestal door de burgemeester of de schepen van Mobiliteit. Het Departement MOW vertegenwoordigt de Vlaamse Overheid, met ruggenspraak van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en De Lijn. Ook de NMBS, Infrabel, het Departement Omgeving, de Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer en de provincie participeren in de raad.”
“De vervoerregioraad wordt de cockpit voor het mobiliteitsbeleid in de hele vervoerregio. Niet alleen het openbaar of het collectieve vervoer zullen er gefaciliteerd worden: dat geldt ook voor de voor-en natrajecten met (deel)fiets, (deel)auto en alle andere vervoersmodi. De vervoerregioraad zal een mobiliteitsplan opstellen voor de hele regio en dat plan ook opvolgen en evalueren. Daarnaast zal de vervoerregioraad het vervoer op maat organiseren en andere strategische projecten adviseren en opvolgen. We verwachten veel van de vervoerregioraden. Het is bijvoorbeeld ook het ideale platform om keuzes te maken over infrastructuur en ruimtelijk beleid: Waar breiden we het bovenlokaal fietsnetwerk verder uit? Hoe pakken we de secundaire wegen aan? Hoe organiseren we regionale overstappunten?”
“Er zal geen cent bespaard worden. De vervoerregioraad zal kunnen beschikken over hetzelfde budget dat nu al besteed wordt aan de taken waarover de vervoerregio’s beslissen. Dat geld zal in het nieuwe systeem beter kunnen renderen, omdat de vervoerregio de lokale expertise valoriseert en omdat er efficiëntiewinsten geboekt kunnen worden. Per vervoerregio komt er 1 pot voor alles wat gelinkt is aan mobiliteit, dus bijvoorbeeld ook infrastructurele projecten. Zo zijn verschuivingen binnen de vervoerregio ook altijd mogelijk.”
“Vlaamse projecten werden al langer mee verankerd in het gemeentelijke mobiliteitsplan, maar nu kunnen de Vlaamse plannen ‘gekristalliseerd’ worden op hoog niveau. De Vlaamse investeringskeuzes worden ook veel transparanter.”
“Er moet beslist worden bij consensus of bij meerderheid van stemmen. Alleen in geval van gebrek aan consensus is er een hele escalatieprocedure voorzien. Het hele proces wordt in goede banen geleid door het voorzitterschap, dat wordt opgenomen door de vertegenwoordiger van het Departement MOW – die geflankeerd wordt door een politieke vertegenwoordiger die voorgedragen wordt door de lokale besturen. Er komt trouwens ook voor elke vervoerregio een regiomanager vanuit het beleidsdomein, die fungeert als een permanent aanspreekpunt en een tussenpersoon die terugkoppelt naar het Vlaamse niveau.”
“Gemeenten moeten werk maken van een actueel plan en een duidelijke beleidsvisie. Hoe beter de gemeenten zich voorbereiden, hoe sneller de vervoersregio’s vlot zullen draaien als de nieuwe spil van het mobiliteitsbeleid. 2019 zal er snel zijn!”
De Vlaamse regering deelde Vlaanderen in 15 vervoerregio’s in.
(NOOT: in de oorspronkelijke Mobiliteitsbrief verscheen een foutieve kaart van de vervoerregio's. Deze kaart is vervangen door de kaart hierboven)