Vergevingsgezinde wegen voor gemotoriseerd verkeer

Uit mobiliteitsbrief 209 - Vergevingsgezinde wegen

Het deel van het vademecum vergevingsgezinde wegen over gemotoriseerde voertuigen bouwt verder op het vroegere handboek vergevingsgezinde wegen uit 2014. Dit vernieuwde deel staat nog niet online, maar verschijnt binnenkort. Erik De Bisschop van AWV licht alvast een tipje van de sluier.

erik de bisschopturn.jpgstappenplan 1.jpgErik De Bisschop, adviseur-ingenieur weguitrusting AWV:“Deze nieuwe editie besteedt meer aandacht aan de terugkoppeling na het ontwerp, het beheer en het onderhoud.”

Dit aangepast stappenplan is de ruggengraat van het vademecum vergevingsgezinde wegen voor gemotoriseerd verkeer.

Net als in de vorige editie vertrekt dit deel van het vademecum van een stappenplan om met obstakels om te gaan en om een voertuig dat van de rijbaan is afgeraakt weer op de rijbaan te brengen en gecontroleerd tot stilstand te laten komen. “Onder meer met een veiligheidsstrook proberen we de gevolgen van een ongeval te verminderen of de overlevingskansen van de inzittenden te verhogen”, zegt Erik De Bisschop. Het stappenplan is ruimer opgevat dan in de vorige editie. “We besteden meer aandacht aan de terugkoppeling na het ontwerp. Want het is niet alleen belangrijk om een vergevingsgezinde weg te ontwerpen, maar ook om hem vergevingsgezind te houden. Daarom zijn nu twee fases toegevoegd (fase 5 en 6) waarin we aandacht hebben voor een correcte plaatsing én het beheer en onderhoud van de vergevingsgezinde weg.”

Botsvriendelijke masten en vangrails

mast.jpgHet vademecum gaat ook in op het inschatten van risico’s, veiligheidsstroken, redresseer- en stopstroken, én op het omgaan met bots(on)vriendelijke obstakels en afschermende constructies. “Botsvriendelijke masten kunnen nog meer toegepast worden in Vlaanderen”, zegt Erik. “Vaak denken lokale wegbeheerders dat dit alleen nuttig is op wegen met hoge snelheidsregimes, maar dat is niet terecht. Deze masten bewijzen hun nut al vanaf 50 km/uur, en zijn dus ook interessant op lokale wegen. Een andere veelvoorkomende fout is een slecht geplaatste afschermende constructie. Uit crashtesten blijkt immers dat een geleideconstructie een bepaalde lengte nodig heeft om te kunnen functioneren. Zet je een korter stuk, dan zijn zowel de prestaties van het systeem als het gedrag van het voertuig na botsing onbekend. In het vademecum overlopen we ook specifieke producten die het begin van een geleideconstructie veiliger maken. Het beginpunt naar de grond afbuigen zorgt voor een schanseffect of verhoogt het risico dat het voertuig doorboord wordt. Dat laten we niet meer toe.”


Hoe richt je een veiligheidsstrook in?

straatdoorsnede.jpg
Een veiligheidsstrook kan een belangrijk onderdeel zijn van een vergevingsgezinde weg. Zo een strook bestaat uit twee stukken: een redresseerstrook en een stopstrook. De redresseerstrook is de smalle strook vlak naast de rijbaan. Een bestuurder die met zijn voertuig van de rijbaan raakt, krijgt er de kans om zijn fout te corrigeren en zijn weg zonder gevolgen voort te zetten. De stopstrook is de ruimte naast de redresseerstrook waar de bestuurder zich niet meer kan corrigeren, maar waar hij toch nog zonder al te veel risico’s tot stilstand moet kunnen komen. Deze strook moet zo veel mogelijk obstakelvrij gehouden worden. Hoe breed de veiligheidsstrook moet zijn, hangt af van verschillende parameters zoals de snelheid, de aard van de weg, de aanwezigheid van taluds en de kromtestraal van de bochten.