"Vervoerregioraden zitten aan het stuur voor een betere mobiliteit in de regio"

Uit mobiliteitsbrief 200 - Basisbereikbaarheid

De vervoerregioraden voor de 15 vervoerregio’s in Vlaanderen zijn vandaag samengesteld. De eerste stappen naar een openbaarvervoernet en regionaal mobiliteitsplan kunnen nu gezet worden. De Mobiliteitsbrief ging poolshoogte nemen bij twee bestuurlijke voorzitters: Carl Hanssens van vervoerregio Waasland en Marleen Lambrecht van vervoerregio Aalst.

Wat verwachten jullie van de vervoerregioraad?

Marleen_cut.jpgMarleen Lambrecht, schepen van mobiliteit in Erpe-Mere en voorzitter van vervoerregio Aalst: “Ik kijk ernaar uit om gezamenlijk projecten te realiseren die een gemeente alleen moeilijk aankan.”

Carl: “De verwachtingen zijn hoog gespannen. Mobiliteit is een gemeentegrensoverschrijdend thema. Met de vervoerregioraad en het regionaal mobiliteitsplan hebben de gemeenten nu een kader waarbinnen ze kunnen samenwerken aan mobiliteitsuitdagingen. Met het mee vormgeven van een nieuw openbaarvervoernet zitten we mee aan het stuur naar beter openbaar of collectief vervoer, iets wat vroeger ondenkbaar was.”

Marleen: “Ik hoop dat we in de vervoerregioraad kunnen werken aan een betere mobiliteit in heel onze regio. Dat we samen ijveren voor meer en beter openbaar vervoer en voor een versnelde aanleg van fietspaden. En dat we vervoer op maat kunnen organiseren dat aan de verwachtingen voldoet.”

Werken met vervoerregioraden is voor iedereen nieuw. Welke voordelen zien jullie?

carl.jpgCarl Hanssens, schepen van mobiliteit in Sint-Niklaas en voorzitter vervoerregio Waasland: “We zullen keuzes moeten maken. Maar dat is geen slechte zaak.”

Marleen: “Een betere samenwerking tussen gemeenten is volgens mij het grootste voordeel. Ik kijk ernaar uit om gezamenlijk projecten te realiseren die een gemeente alleen moeilijk aankan. Door de schaalvergroting en regionaal te denken over gemeentegrenzen heen zetten we een stap vooruit.”

Carl: “Een groot voordeel is ook dat de samenwerking wordt gefaciliteerd: er is ondersteuning van een studiebureau en van het team MOW. Dat zorgt voor een professionele omkadering en zal ons ook dwingen om knopen door te hakken.”

Welke valkuilen vrezen jullie?

Carl: “Ik vrees voor te hoge verwachtingen die door te lage budgetten onmogelijk waar te maken zijn. We zullen echt keuzes moeten maken. Maar dat is geen slechte zaak.”

Marleen: “De vrees bestaat dat we voor bepaalde mobiliteitsvraagstukken geen oplossing zullen vinden. Of dat er niet genoeg financiële middelen zijn. Ook de verplichte terugkoppeling naar alle gemeenteraden kan voor vertraging zorgen.”

Wat zullen de eerste realisaties zijn?

Carl: “In de vervoerregio Waasland hebben we net onze vervoerregioraad samengesteld. De aanstelling van een begeleidend studiebureau en het vormgeven van een nieuw openbaarvervoernetwerk voor De Lijn zijn de eerste uitdagingen. Het identificeren van de attractiepolen in onze gemeentes is het eerste wat we zullen doen.”

Marleen: “In vervoerregio Aalst zijn alle voorbereidingen gebeurd binnen het pilootproject. Wij kunnen nu werken aan de opmaak van het regionaal mobiliteitsplan. Als het van mij afhangt, pakken we eerst de versnelde aanleg van fietspaden aan, net als autodelen en fietsdelen. Hoe we dat gaan doen, moeten we nog verder bespreken.”

Heb je tips voor andere vervoerregioraden?

Carl: “Aangezien we net starten, kan ik nog geen tips geven. Ik heb wel geleerd uit de pilootregio’s dat iedereen hard zal moeten werken. In ruil krijgen we een unieke kans om gestructureerd gemeentegrensoverschrijdend samen te werken.”

Marleen: “Geduld hebben en volhouden is de boodschap!”