Vijf veelgemaakte fouten (en hoe ze te vermijden)

Uit mobiliteitsbrief 198 - Mobiliteit bij evenementen

Bij elk evenement – groot én klein – hoort nadenken over mobiliteit een evidentie te zijn. Toch is dat nog niet altijd zo. Bart Busschaert van Scelta Mobility lijst vijf veel gemaakte fouten op en geeft tips om ze te voorkomen.

tomorrowcut.jpgTomorrowland communiceert alleen over parkings met digitale borden op de dag zelf.

1. Te laat aan mobiliteit denken

“Volgende maand organiseren we een evenement. Alles is klaar, we hebben alleen nog een mobiliteitsplan nodig.”

Evenementenmobiliteit begint bij een goede locatiekeuze. Als het verzamelpunt voor je wandeldag een snelwegparking is, dan is de kans klein dat er deelnemers met de fiets of het openbaar vervoer zullen komen. Spreek je daarentegen af aan een station of op een locatie dicht bij de woonplaats van de deelnemers, dan is de kans veel groter dat deelnemers de auto thuislaten. De fundamenten van het mobiliteitsplan worden gelegd bij de allereerste plannen. Mobiliteit zit ook verweven in de voorbereiding, zoals de communicatie naar de bezoekers. Bereikbaarheid is immers een van de factoren die zullen bepalen of potentiële bezoe¬kers kiezen voor jouw evenement.

2. Mobiliteit verengen tot parkings en verkeer

“We hebben al een mobiliteitsplan: naast het evenemententerrein liggen parkings.”

Evenementenmobiliteit draait om verplaatsingsgedrag. Dat gedrag kan beïnvloed worden. Bij evenementen die inzetten op fietsinfrastructuur en fietsbereikbaarheid merken we een opvallende stijging van het aantal fietsende bezoekers. Zo zagen Graspop en de festivals in Werchter hun fietsersaantallen sterk stijgen door o.a. het aanbieden van fietskaartjes, bewaakte fietsenstallingen, Park & Bike, incentives voor fietsers, … Door in te spelen op het verplaatsingsgedrag kan de nood aan verkeersmaatregelen en parkeervoorzieningen drastisch verminderd worden.

3. Mobiliteit aan anderen overlaten

“Als organisator zijn we niet met mobiliteit bezig. Dat laten we over aan de politie en de gemeente.”

Alle actoren spelen een rol in het mobiliteitsverhaal, maar vooral de organisator moet zijn rol opnemen. Die weet precies wie zijn bezoekers zijn en waar ze vandaan komen. Het is ook de organisator die communiceert met zijn bezoekers en kiest welke informatie wel of niet verspreid wordt. Zo kiest Tomorrowland ervoor om geen informatie te verspreiden over de ligging van de parkings. Bezoekers worden aangeraden om de (dynamische) bewegwijzering te volgen naar de dichtstbijzijnde vrije parkeerplaats. Er worden immers verschillende kleinere parkings gebruikt. Zodra een parking volzet is, wordt het verkeer doorverwezen naar een andere parking.

4. De oplossing bepaalt het plan

“We hebben nog geen mobiliteitsplan, maar we gaan nachttreinen inleggen.”

Een mobiliteitsaanpak op maat start met een mobiliteitsanalyse. De specifieke kenmerken van het evenement (aantal bezoekers, begin- en einduur, piekmomenten, …), de locatie (bereikbaarheid, aanwezige voorzieningen, …) en de bezoekers (leeftijd, verplaatsingsgedrag, …) bepalen in grote mate welke maatregelen van toepassing zijn. Bij een stadsevenement dat eindigt na de reguliere dienstregeling van het openbaar vervoer kunnen taxi’s een rol spelen. Bij een zeer jong publiek zullen ouders vaak hun kinderen afzetten en ophalen en is een voldoende grote kiss & ride-zone aangewezen. Passe-partoutoplossingen voor evenementenmobiliteit bestaan niet.

5. De buren vergeten

“We moeten verhuizen met ons evenement. Er waren te veel klachten over verkeersoverlast en wildparkeren.”

Bij de aanpak van evenementenmobiliteit zijn er twee belangrijke doelgroepen: de bezoekers en de omwonenden. Niet enkel de bereikbaarheid van het evenement is belangrijk, ook de omliggende bestemmingen (winkels, ziekenhuizen of andere (openbare) plaatsen) moeten bereikbaar blijven. De parkeerdruk moet onder controle blijven en leefbaarheid en verkeersveiligheid zijn belangrijke aandachtspunten. Een vrije doorgang voor veiligheids- en hulpdiensten is noodzakelijk op elk moment.