"We willen de kaap van 100 miljoen euro per jaar ronden"

Het wegwerken van ‘missing links’ en de versnelde aanleg van fietsverbindingen in congestiegevoelige gebieden zijn belangrijke stimulansen om nog meer mensen op de fiets te krijgen voor woon-werkverkeer. Minister Ben Weyts: “We werken ook aan een hervorming van het subsidiesysteem waardoor strategische fietsprojecten voor 100% subsidieerbaar kunnen worden.”

“Fietsbruggen en -tunnels kosten veel geld, maar maken ook veel verschil.” Minister Ben Weyts.

Hoe is het netwerk van fietssnelwegen tot stand gekomen?

“De fietssnelwegen zijn de ruggengraat van het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF), dat in opdracht van de Vlaamse overheid werd uitgetekend tussen 1999 en 2001. In 2014 werden richtlijnen voor fietssnelwegen opgenomen in het Vademecum Fietsvoorzieningen. Een nieuw concept kreeg op dat moment een concrete invulling. Dat vormde het startmoment om een netwerk van fietssnelwegen, gebaseerd op de hoofdroutes van het BFF, uit te tekenen. Voor de realisatie op het terrein werkt Vlaanderen tot op vandaag heel goed samen met de provincies, maar er is nog werk om een echt netwerk van onderling verbonden fietssnelwegen uit te bouwen.”

Waarom vindt u fietssnelwegen zo belangrijk?

“De fiets moet zwaarder gaan doorwegen in het woon-werkverkeer. Vlaanderen is nu al een fietsland in het weekend, maar nog niet tijdens de werkweek. Goed uitgebouwde fietssnelwegen kunnen pendelaars overtuigen om de file te ruilen voor de fiets. De gemiddelde afstand tussen woon- en werkplek is maar een goeie 12 kilometer: een heel behapbare afstand. De opkomst van de elektrische fiets maakt die afstand nog beter overbrugbaar voor nog meer mensen. Maar dan moeten er dus wel snelle en comfortabele fietsverbindingen zijn. Ik wil werk maken van de realisatie van (delen van) 80 fietssnelwegen.”

Welke rol spelen de partners?

“Vlaanderen neemt verantwoordelijkheid op als beheerder van jaagpaden en veel wegenis. De provincies faciliteren de uitvoering van tracés die over lokale wegen lopen: ze ondersteunen de lokale wegbeheerders door in de praktijk vaak als trekker op te treden. Het Fietsteam stemt de verschillende inspanningen op elkaar af.”

U wil de subsidieregeling hervormen?

“Inderdaad. Ik heb gemerkt dat we de beschikbare subsidies voor lokale fietsinfrastructuur op het BFF vaak niet uitgegeven krijgen. We voorzien daarvoor 10 miljoen euro per jaar, maar ik blijf dus met een deel zitten. We gaan daarom de huidige regeling optimaliseren. Ons voorstel is om voor de fietssnelwegen een hoger subsidiepercentage te voorzien. Vlaanderen zou dan in plaats van 40% in de toekomst 50% van de projectkost subsidiëren. We bekijken of we ook bijkomende posten subsidiabel kunnen maken. Als de provincies hetzelfde doen, dan kunnen gemeenten voor deze strategische fietsverbindingen rekenen op 100% financiering. Ik heb nu een nieuw Besluit Vlaamse Regering (BVR) klaar. Na advies van onder meer de Raad van State leg ik dit opnieuw voor aan de Vlaamse Regering. Daarnaast zullen dan ook de provinciale subsidiereglementen nog moeten worden aangepast.”

Welke fietsverbindingen of -locaties moeten prioritair aangepakt worden?

“Ik leg de nadruk op congestiegevoelige gebieden. Waar de meeste files staan, valt ook de meeste winst te halen.”

Hoe wilt u het gebruik van fietssnelwegen verder stimuleren?

“Door nog meer te investeren. In 2017, 2018 en 2019 gaan we de ‘magische’ kaap van 100 miljoen euro per jaar ronden, wat lange tijd onmogelijk leek. Ik denk dat we veel winst kunnen boeken door ‘missing links’ weg te werken. Denk bijvoorbeeld aan een uitstekende fietssnelweg die een paar keer een drukke autoweg kruist en daarom toch niet zo aantrekkelijk is voor pendelaars. Fietsbruggen of fietstunnels kosten veel geld, maar maken ook veel verschil. We hebben daarom twee EFRO-calls* gelanceerd met specifieke focus op de fietssnelwegen en het wegwerken van missing links. Ik wil speed pedelecs ook toegang geven tot jaagpaden. En er staat een grote fietscampagne voor de deur, die de fietssnelwegen nog meer in de kijker zal zetten.”

* Met middelen uit een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling worden o.a. projecten gesubsidieerd die streven naar een koolstofarme economie.