Hoe meer de weg een verblijf- of erftoegangsfunctie heeft, hoe lager de snelheid die er zou moeten gelden. Dat is de theorie die op de meeste wegen toepasbaar is. Maar er is meer.
(Foto: Peter Van Hoof)
"Ideaal zou zijn dat het wegbeeld een bepaalde snelheidslimiet afdwingt en dat er geen bord meer nodig is." Joris Willems, Projectauditor Oost- Vlaanderen en Vlaams-Brabant, Docent Hogeschool Verkeerskunde Diepenbeek
Joris Willems: "Ook zonder bebouwing of directe veiligheids- en leefbaarheidsproblemen kan je op lokale wegen best geen te hoge snelheid toelaten. Anders wordt de weg te aantrekkelijk voor doorgaand verkeer, waardoor elders weer problemen kunnen ontstaan. Enerzijds moet de wegbeheerder bij het bepalen van de snelheidslimiet rekening houden met de bebouwing, de wegencategorisering, de verkeersleefbaarheid, de verkeersveiligheid, de verschillende functies van de weg en de potentiële conflicten. Anderzijds moet de wegbeheerder zich ook bewust zijn van het bovenlokale effect (sluipverkeer) dat een hogere snelheidslimiet kan teweegbrengen. Vandaar dat voor lokale wegen buiten de bebouwde kom meer en meer de consensus heerst om de snelheid er te beperken tot maximaal 70 km/uur. Vanzelfsprekend moet dit ook zoveel mogelijk worden opgenomen in de mobiliteitsplannen. Omgekeerd moet er op de bovenlokale wegen (secundaire en primaire wegen), indien de veiligheid dit toelaat, een hogere snelheidslimiet gelden, juist om de druk op de lokale wegen en sluipverkeer te verminderen."
"Alleen een bord zetten met daarop een snelheidslimiet is in de meeste gevallen niet voldoende. Het is cruciaal om ook de infrastructuur af te stemmen op de snelheidslimiet. De meest ideale situatie zou zijn dat het wegbeeld een bepaalde snelheidslimiet afdwingt, en dat er geen bord meer nodig is. Maar dat is vandaag (nog) geen realiteit in Vlaanderen, al is er de laatste vijftien jaar veel ten goede veranderd. De zogenaamde ‘poorten’ waarbij het wegbeeld aangeeft dat de snelheidslimiet van 70 naar 50 km/uur gaat door een versmalling van het wegbeeld, het aanliggend maken van fietspaden, aangepaste verlichting, … wordt meer en meer een evidentie. En dat is maar goed ook."
"Steeds meer gemeenten zijn gewonnen voor de zoneborden. Er staat dan niet langer aan elk kruispunt een snelheidsbord, maar er wordt gewerkt met afgebakende zones 30, 50 en 70. Een dergelijk beleid kan leiden tot meer eenvormigheid in de snelheidsbepalingen, en kan dus zeker zijn nut hebben. Het grootste voordeel is uiteraard dat er minder borden langs de weg staan, een goede zaak voor zowel de weggebruiker als de wegbeheerder die de borden moet onderhouden. Ik denk dat de zoneborden de komende jaren in nog veel meer gemeenten zullen opduiken."
Verschillende gemeenten hebben hun grondgebied al ingedeeld in snelheidszones. De gemeente Kortenaken maakte naar aanleiding daarvan ook een snelheidskaart. Die is terug te vinden op de gemeentelijke website, maar werd ook in papieren vorm verspreid bij alle inwoners (3020 gezinnen). Meer details:www.kortenaken.be