Vijf mobiliteitsambtenaren over hun job, hun motivatie en hun ambities: antwoorden van Griet Maenhout uit Koksijde

Uit mobiliteitsbrief 221 - Mobiliteitsambtenaren

grietmaenhout.jpgGriet Maenhout

  • Koksijde (22.000 inwoners)
  • Vooropleiding: industrieel ingenieur optie landbouw- en voedingstechnologieën, opleiding Verkeerskunde
  • Bevoegd voor: mobiliteit
  • Sinds 2014

Wat vind je (minder) leuk aan je job?

“In deze job is er veel afwisseling. Er komt administratie aan te pas, maar ook veel overleg en plaatsbezoeken. Voor mij is
dat een groot pluspunt. Minder leuk is dat je onmogelijk voor alle problemen een pasklare oplossing kunt vinden. Jammer is ook dat je besliste maatregelen niet altijd meteen kunt implementeren.”

Waar ben je fier op?

“Vorig jaar werden we genomineerd voor fietsgemeente 2020. De voorbije jaren bouwden we ook een fietsdeelsysteem uit, samen met Veurne en De Panne. Jaarlijks organiseer ik mee de dag van de mobiliteit, daar haal ik telkens veel voldoening uit.”

Wat is de grootste uitdaging in je job?

“Mobiliteit is geen exacte wetenschap en kan je niet zwart-wit bekijken. Er zijn altijd meerdere factoren waarmee je rekening moet houden. Op het terrein is het faciliteren van elektrisch rijden een uitdaging voor de nabije toekomst. Daarnaast is het vaak niet eenvoudig om met verschillende overheidsdiensten tot een consensus te komen.”

Hoe zie je je job evolueren?

“Vroeger was mobiliteit vooral gericht op het autoverkeer. Nu focust men steeds meer op de fietser, de voetganger en andere
vervoersmiddelen. De burger wil ook meer betrokken worden bij het mobiliteitsbeleid van de stad.”

Heb je tips voor je collega’s?

“Als je aan iets twijfelt, overleg dan altijd met je collega’s.”

Als je carte blanche krijgt, wat wil je dan graag verwezenlijken?

“Ik zou enkele grote randparkings aanleggen, waardoor er minder verkeer is in het centrum. En ik zou een fietsverbinding langs het strand en de duinen aanleggen, zoals in Nederland. Om kruisingen voor fietsers veiliger te maken, zou ik over of onder drukke assen fietstunnels of fifietsbruggen voorzien.”