‘Krachtige tool om verkeersdruk te reduceren’

Uit mobiliteitsbrief 226 - Circulatieplannen

Steeds meer steden en gemeenten analyseren de verkeersstromen op hun grondgebied en passen gerichte circulatiemaatregelen toe. “Een circulatieplan wil verkeer vooral weer op de juiste plek krijgen en weghouden waar het niet thuishoort”, zegt Roel Vanderbeuren, mobiliteitsadviseur bij The New Drive, kwaliteitsadviseur Departement Mobiliteit & Openbare Werken.

01 Roel.jpgRoel Vanderbeuren, mobiliteitsadviseur The New Drive: “Ook kleinere ingrepen in de circulatie van bepaalde verkeersstromen kunnen ongewenste effecten doelgericht aanpakken.”

Wanneer kan het voor een gemeente interessant zijn om aan de slag te gaan met circulatieplannen?

“Eigenlijk zo goed als altijd. Heel veel steden en gemeenten worstelen met het toenemende autoverkeer dat een druk legt op de woonbuurten. Een circulatieplan kan een heel krachtige tool zijn om die druk te reduceren. Lokale besturen aarzelen vaak om te sleutelen aan de verkeerscirculatie omdat dit meteen het beeld oproept van grote autovrije gebieden en grootscheepse lussenplannen. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Ook kleinere ingrepen in de circulatie van bepaalde verkeersstromen kunnen ongewenste effecten doelgericht aanpakken.”

Wat kan een gemeente bereiken met een circulatieplan?

“Het rechtstreekse effect van een circulatieplan is dat sluipverkeer en doorgaand verkeer uit de woonomgeving van bewoners wordt gehouden. Dat leidt uiteindelijk tot een hogere leefbaarheid, veiliger verkeer én een vlottere bereikbaarheid. Dat laatste klinkt misschien contradictorisch, maar door verkeer weg te houden van plekken waar het niet moet zijn, creëer je ruimte voor fietsers, bussen én ook auto’s die er wél een bestemming hebben.”

Een vaak gehoorde kritiek op circulatieplannen is dat ze het probleem verschuiven.

“Dat wordt inderdaad gezegd. Circulatieplannen zouden tot meer autoverkeer op andere plekken leiden en ervoor zorgen dat er meer kilometers moeten worden afgelegd, wat dan weer een negatief effect zou hebben op de luchtkwaliteit en het klimaat. Maar onderzoek en ervaring leert dat dat niet klopt. Het klopt wel dat een deel van het verkeer verschuift en dat je als gemeente dus moet opletten voor bottlenecks op een andere plek. Maar door autoverkeer te ontmoedigen en tegelijk alternatieven te stimuleren, leiden circulatieplannen ook gewoon tot minder autoverkeer. En dus ook tot minder uitstoot.”

Welke maatregelen kunnen deel uitmaken van een circulatieplan?

“Een circulatieplan doet onmiddellijk denken aan knips en lussenplannen. Een knip of verkeersfilter is vaak een goede ingreep om direct in te grijpen op doorgaand of sluipverkeer. Maar ook met de invoering van eenrichtingsverkeer kan je het verkeer de goede richting uitsturen. Het loont ook om te bekijken welke delen van straten en pleinen in de stad of gemeente effectief autovrij of -luw kunnen worden. Zo ontstaat er onmiddellijk ruimte voor fietsers en voetgangers, verblijfsruimte, extra horecaterrassen, …”

Zijn circulatieplannen ook interessant voor kleinere gemeenten en kleine gebieden?

“Absoluut. Een circulatieplan wordt klassiek gezien als een lussenplan waarbij de stad of gemeente is onderverdeeld in gebieden en waarbij je enkel van het ene naar het andere gebied kan via een ringweg rond de stad of gemeente. Daardoor trekken kleinere gemeenten zonder een ringweg onmiddellijk de conclusie dat een circulatieplan niet voor hen is weggelegd. Maar ook in kleinere gemeenten heb je straten die je een meer verbindende of ontsluitende functie wilt geven en straten waar je vooral de woon- en verblijfsfunctie wilt garanderen. Door beperkte circulatiewijzigingen kan je ook daar het doorgaand verkeer weren. In meer landelijke gebieden kan het de moeite lonen om het concept van zogeheten ‘stille kamers’ te onderzoeken. Daarbij is het idee dat landbouw- en meer natuurlijke gebieden die we associëren met rust en stilte ook effectief verkeersarmer worden door sluipverkeer te weren en het richting het hogere wegennet te sturen.”