Nieuwe inzichten met OVG 7

Uit mobiliteitsbrief 260 - Onderzoek verplaatsingsgedrag

Er werd nog nooit zoveel gefietst in Vlaanderen. 18,5% van onze verplaatsingen doen we met een gewone of elektrische fiets. Dat is de voornaamste conclusie van het zevende Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG 7), waaraan bijna 24.000 Vlamingen deelnamen. Met een nieuwe aanpak, veel meer respondenten én resultaten per vervoerregio valt er nu nog veel meer te vertellen over het OVG. Bart De Proost, programmamanager data bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken neemt ons mee door de belangrijkste veranderingen en inzichten.

2025-06-17_MOW_Mobiliteitsbrief-Mei_Beelden website2.jpgWat is het Onderzoek Verplaatsingsgedrag?

“Met het Onderzoek Verplaatsingsgedrag of OVG brengt de Vlaamse overheid sinds 1994 het verplaatsingsgedrag van de Vlaming in kaart. We polsen naar de vervoermiddelen die ze gebruiken, de redenen waarom ze zich verplaatsen, de lengte van hun verplaatsingen ... Al die data zijn belangrijke input voor verkeersmodellen. Ze ondersteunen ook allerlei beleidskeuzes rond duurzame verplaatsingen, verkeersveiligheid en filebestrijding.”

Hoe verliep het onderzoek?

“Het OVG verzamelt gegevens die representatief zijn voor heel Vlaanderen. We spraken dus niet zomaar mensen aan op straat, maar namen een willekeurige steekproef uit het Rijksregister. Daarvan namen bijna 24.000 mensen deel tussen oktober 2023 en oktober 2024. Zij hebben allemaal een digitale of een papieren vragenlijst ingevuld over hun verplaatsingsgedrag. Met die gegevens kunnen we met hoge nauwkeurigheid uitspraken doen over de gemiddelde Vlaming.”

Wat maakt OVG 7 anders dan vorige edities?

“We hebben dit keer niet alleen het verplaatsingsgedrag in Vlaanderen in kaart gebracht, maar kregen ook inzichten in de verplaatsingen per vervoerregio. Daarvoor hadden we veel meer data nodig dan bij de vorige edities. Het aantal respondenten lag veel hoger. Aan OVG 6 namen 4.183 mensen deel, nu waren het er bijna zes keer zo veel. Omdat het onderzoek zoveel groter was, hebben we ook voor een ‘digital first’ aanpak gekozen.”

“Bij de vorige edities ging er telkens een enquêteur langs bij de mensen thuis, dat was nu onmogelijk. Daarom werkten we met online instructievideo’s om iedereen op weg te helpen. Uiteraard was er wel een hulplijn voor wie hulp nodig had. En wie wou, kon de vragenlijst ook op papier invullen.”

Kunnen we door deze andere aanpak de resultaten wel vergelijken met de vorige edities?

“De gewijzigde aanpak en de grotere steekproef maken het onderzoek inderdaad anders. Omdat er geen enquêteur bij betrokken was, kan de interpretatie van sommige vragen ook verschillen ten opzichte van vroeger. We moeten dus voorzichtig zijn bij het maken van vergelijkingen. Maar het is zeker wel mogelijk om algemene tendensen vast te stellen.”

Even kijken naar de cijfers. Wat valt je op?

“We hebben ons nog nooit zoveel verplaatst met de fiets als in de afgelopen periode. Daar speelt ook de elektrische fiets een grote rol. Zeker voor het woon-werkverkeer: daar zien we dat de elektrische fiets de gewone fiets heeft voorbijgestoken.”

Het is ook het eerste onderzoek na de coronapandemie. Zie je dat in de cijfers?

“Absoluut. Het vorige OVG liep nog gedeeltelijk tijdens de pandemie. Uiteraard is dat de verklaring voor sommige cijfers. We zijn echt teruggegaan naar het oude normaal. Het aantal verplaatsingen is opnieuw gestegen, er is weer meer woon-werkverkeer. Ook de verplaatsingen met de auto zijn toegenomen, maar ze liggen wel lager dan voor de coronaperiode. We werken nu ook vaker thuis dan voor corona, maar dat zie je niet echt in het aantal verplaatsingen. Wanneer je de resultaten van de laatste OVG’s naast elkaar legt, merk je wel dat het aantal duurzame verplaatsingen de laatste jaren aan het stijgen is.”

 

De cijfers per vervoerregio helpen beleidsmakers om gerichte keuzes te maken en in te spelen op regionale accenten.”

Wat kunnen lokale besturen met de resultaten doen?

“Ze kunnen er veel uit leren, zeker nu we inzichten per vervoerregio hebben. Die regionale kijk is bijzonder waardevol. We zien bijvoorbeeld dat in regio’s zoals Kempen en Brugge veel gefietst wordt, terwijl het openbaar vervoer vooral populair is in Antwerpen en de Vlaamse Rand. Zulke verschillen kunnen beleidsmakers helpen om gerichte keuzes te maken.”

“De resultaten gaan steden en gemeenten enorm kunnen helpen. Nu kunnen besturen de lokale én regionale mobiliteitsplannen en -doelstellingen toetsen aan de specifieke data. De resultaten per vervoerregio zorgen voor inzichten om gericht op hun grondgebied de juiste conclusies te trekken. Resultaten per gemeente hebben we jammer genoeg niet. Daarvoor ligt het aantal respondenten niet hoog genoeg.”

Meer weten? Het volledige Onderzoek Verplaatsingsgedrag of een korte samenvatting vind je op de website van DMOW: vlaanderen.be/mobiliteit-en-openbare-werken/onderzoek-verplaatsingsgedrag-vlaanderen-ovg.
Alle cijfers vind je ook op Monitoring Mobiliteit (MoMo), het online dashboard dat de belangrijkste mobilliteitscijfers samenbrengt als werkinstrument voor beleidsmakers. Hier kan je de resultaten van OVG 7 ook makkelijk filteren per vervoerregio: vlaanderen.be/departement-mobiliteit-en-openbare-werken/monitoring-mobiliteit-momo.