We zitten in de Europese kopgroep

Iemand die erg tevreden is met de nieuwste cijfers is Patrick D’haese. Als Vlaams fietsmanager is hij dé ambassadeur van de tweewieler, zowel in Vlaanderen als daarbuiten. Hij plaatst de cijfers in perspectief.

Trots

Denemarken en Nederland. Het zijn de landen die spontaan opkomen als we denken aan toonaangevende fietslanden. Maar Vlaanderen nestelt zich nu met overtuigende cijfers in de kopgroep. Patrick D’haese licht toe: “Mensen kijken steeds vaker naar Vlaanderen als een internationaal voorbeeld. Daar mogen we terecht trots op zijn. Als je kijkt naar het fietsgebruik en het aantal verplaatsingen per fiets, staan we nu op de tweede plaats. We moeten alleen nog Nederland voor ons laten. Maar dat betekent wel dat we nu dus voor Denemarken staan. De kloof met Nederland blijft wel nog groot: wij zitten rond de 20%, terwijl zij op ongeveer 27% staan.”

Build it, and they will come

Wat verklaart die stijging? Fietsgebruik is het resultaat van een complexe mix van factoren: sensibilisering, handhaving, infrastructuur, educatie ... Maar één element springt er volgens Patrick D’haese boven uit: “Het begint toch bij infrastructuur. Dat blijkt ook uit onderzoek: investeer je in fietsinfrastructuur, dan stijgt het aantal fietsers vanzelf.” En dus lonen de investeringen die Vlaanderen doet. “De Vlaamse Regering investeert momenteel jaarlijks gemiddeld 300 miljoen euro. En ook gemeentes en provincies dragen veel bij. Dat is best veel, ook als je het vergelijkt met andere landen. Maar we zullen dat ritme moeten aanhouden als we onze doelstelling willen halen om tegen 2040 naar 30% fietsverplaatsingen te gaan.”

Mensen kijken steeds vaker naar Vlaanderen als internationaal voorbeeld.”

De weg naar nul

Er is veel goed nieuws, maar er blijven ook werkpunten. “Veiligheid blijft het grootste aandachtspunt. We zijn nog lang niet op de nul fietsdoden waar de regering naartoe wil. Om dat doel te bereiken, hebben we nog een lange weg te gaan”, zegt Patrick D’haese. De cijfers bevestigen dat. In 2023 stierven er bijvoorbeeld 88 fietsers in het verkeer. De voorlopige cijfers voor 2024 duiden wel op een daling: 74 fietsdoden. Patrick D’haese: “Elke fietsdode is er één te veel. We moeten hier blijvend werk van maken. Maar er is ook een positieve conclusie: relatief gezien stijgt de veiligheid wel sterk. Met ‘relatieve fietsveiligheid’ bedoelen we het aantal slachtoffers in verhouding tot het aantal fietsers en de afgelegde kilometers. Daar lijkt safety in numbers ook een verklaring voor. Hoe meer fietsers er zijn, hoe meer de andere weggebruikers ook rekening houden met hen als weggebruiker. Als je naar die cijfers kijkt, doen we het zelfs beter dan Nederland of Denemarken.”