Verfijn uw zoekopdracht
Interview met Dirk Engels, Tritel.<br> In Vlaanderen liggen woongebieden, bedrijventerreinen en winkelcomplexen zeer diffuus verspreid. Ze worden bovendien verbonden met een zeer dicht wegennet. Daardoor kan er van overal verkeer vertrekken en toekomen. Sluipverkeer is daar een vervelend neveneffect van. Praktijkvoorbeeld: verzinkbare paaltjes in Lier.
Van landelijke wegen verwacht men dat het rustige wegen zijn met weinig verkeer. Maar de laatste jaren is de positie en functie van heel wat landelijke wegen een stuk onduidelijker geworden. Dat komt onder meer omdat ze als sluipweg dienen voor doorgaand verkeer.
Landelijke wegen rustig en autoluw houden kan alleen als de ruimtelijke planning, het stedenbouwkundig vergunningenbeleid en het mobiliteitsbeleid op elkaar zijn afgestemd. Beter dan het probleem door infrastructurele ingrepen ad hoc aan te pakken waar het zich stelt, is de problematiek te betrekken in het beleid. Daarom formuleerde het Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO) volgende beleidsaanbevelingen voor lokale, provinciale, Vlaamse en federale overheden.
In de eerste helft van 2003 werd de herinrichting van de doortocht in Perk (Steenokkerzeel) afgerond. Het resultaat is een verbeterde leefbaarheid en verhoogde verkeersveiligheid.
De komst van een nieuwe grote winkelketen en een busbaan zorgden in Sint-Pieters-Leeuw voor meer sluipverkeer op kleinere, lokale wegen. Het gemeentebestuur zoekt samen met de bewoners, de landbouwers en de eigenaar van een taverne naar een oplossing.
In Aalst zochten ze "iets" dat sluipverkeer op een landelijke weg tegenhoudt, maar geen probleem vormt voor landbouwvoertuigen. In een catalogus vonden ze uiteindelijk wat ze nodig hadden.
Interview met Peter Van der Perre, ITS Belgium. De opmars van gps-systemen veroorzaakt meer sluipverkeer. Kunnen de gps-toestellen slimmer gemaakt worden om dat te vermijden? En zo ja, met welke gegevens moeten die systemen gevoed worden?
Hoe meer de weg een verblijf- of erftoegangsfunctie heeft, hoe lager de snelheid die er zou moeten gelden. Dat is de theorie die op de meeste wegen toepasbaar is. Maar er is meer.
In het kader van het project "Landbouwwegen in de Westhoek" stelden de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) i.s.m het Westhoekoverleg en de provincie West-Vlaanderen een functietoekenningsplan op voor 18 betrokken gemeenten.