‘De verwezenlijking van kwaliteitsvolle Hoppinpunten is een topprioriteit’

Uit mobiliteitsbrief 228 - Hoppinpunten

Sinds 1 april is Joris Cornu Hoppinpuntenmanager bij het Departement MOW. Samen met Mobipunt vzw ondersteunt hij lokale besturen en AWV bij de aanleg van Hoppinpunten, vervoersknooppunten waar reizigers kunnen overstappen op verschillende vervoersmodi. “Vanuit Vlaanderen willen we lokale besturen optimaal bijstaan bij het realiseren van Hoppinpunten. Transparante communicatie zal daarin essentieel zijn.”

Joris CornuHoppinpuntenmanager Joris Cornu: “Ik roep lokale besturen op om in hun meerjarenplannen de nodige middelen te voorzien voor Hoppinpunten.”

Lokale besturen staan in voor de uitrol van Hoppinpunten langs gemeentewegen. Hoe kunnen ze aan de slag gaan?

“Nu de vervoerregio’s de noodzakelijke Hoppinpunten aangeduid hebben en het nieuwe BVR Hoppinpunten definitief door de Vlaamse Regering is goedgekeurd, zijn de steden en gemeenten aan zet voor de uitrol ervan langs gemeentewegen. In juli 2023 start basisbereikbaarheid en de Hoppinpunten zijn daar een belangrijke schakel in. De lokale besturen kunnen daarvoor de Ontwerpwijzer Hoppinpunten (zie p.3) van het Agentschap Wegen en Verkeer gebruiken. Daarin is in detail uitgewerkt hoe een Hoppinpunt er moet uitzien. Via het BVR Hoppinpunten kunnen steden en gemeenten subsidies aanvragen (zie p.2). Omdat ze eerst de kosten moeten voorschieten en daarna de subsidie uitbetaald krijgen, roep ik hen op om in hun lopende meerjarenplannen de nodige middelen voor de uitrol in te schrijven. Zo kunnen ze in het najaar van 2022 of het voorjaar van 2023 vlot Hoppinpunten realiseren.”

Hoe ondersteunen jullie lokale besturen en AWV bij die uitrol? 

“We faciliteren en coördineren de uitrol van Hoppinpunten op meerdere manieren: door vragen van lokale besturen te beantwoorden, webinars te organiseren, struikelblokken weg te nemen en te waken over de uniformiteit van Hoppinpunten. Een belangrijke schakel tussen de lokale besturen en het Departement MOW zijn de mobiliteitsbegeleiders van DMOW en de regiomanagers van AWV (zie p. 3). Zij gaan het terrein op, zitten in projectstuurgroepen voor Hoppinpunten en vangen met hun kennis het grootste deel van de vragen van lokale besturen op. Als zij een stad of gemeente toch niet verder kunnen helpen, komen wij te hulp.

Indien er op korte termijn veel vragen over hetzelfde onderwerp bij ons binnenkomen, zullen we daarover voor alle steden en gemeenten een webinar organiseren en ook Q&A’s aanbieden. Tijdens de voorbije infosessies viel mij op dat lokale besturen opmerkzaam zijn en veel vragen stellen. Dat juich ik toe. Zo krijgen we goede input om mee aan de slag te gaan. Het is dan aan ons om daar een antwoord op te bieden en met de steden, gemeenten en AWV in dialoog te gaan en struikelblokken weg te nemen. Zo kunnen steden en gemeenten zich volledig focussen op de inrichting van een kwalitatief Hoppinpunt. Omdat lokale besturen zelf instaan voor de verwezenlijking van Hoppinpunten op gemeentelijk domein en AWV voor gewestwegen, is het uitermate belangrijk om hen daarbij optimaal te ondersteunen.”

Wat zijn jouw prioriteiten als Hoppinpuntenmanager?

“De verwezenlijking van kwaliteitsvolle Hoppinpunten is voor mij de topprioriteit. AWV zorgt voor de uitrol op gewestwegen, voor gemeentewegen zetten we in op de samenwerking met gemeenten. Transparantie naar de lokale besturen, maar ook onderling binnen mijn team, is daarbij cruciaal. Als er veel vragen via verschillende kanalen binnenkomen, zullen we hierover overleggen en samen actie ondernemen. Naast de uitrol is het daarom belangrijk om de communicatie rond Hoppinpunten verder op punt te zetten om de lokale besturen zo goed mogelijk te informeren.”

Waarom is de realisatie van Hoppinpunten zo belangrijk?

“In basisbereikbaarheid motiveren we reizigers om meerdere vervoersmodi tijdens hun traject te combineren. Mensen staan daar intrinsiek wat weigerachtig tegenover. Met Hoppinpunten nemen we die twijfel weg door voor iedereen toegankelijke en vlotte verbindingen te garanderen, met deelfietsen, deelwagens, openbaar vervoer, comfortabele wachtaccommodatie, enzovoort. We maken geen onderscheid tussen mensen die zelfstandig of niet zelfstandig kunnen overstappen. Zo moet iedereen vlot zijn bestemming kunnen bereiken.”