Trappen in Limburg
De provincies, de Vlaamse overheid en de lokale overheden werken samen aan fietssnelwegen. Ook in Limburg. De provincie heeft ondertussen al 424,6 kilometer aan fietssnelwegen. Wij spraken Coördinator Functioneel Fietsbeleid Ruben Vandael en Afdelingshoofd Mobiliteit Monica Silvestrini over het ideale netwerk van Limburgse fietssnelwegen.
Hoe ziet het fietssnelwegennetwerk in Limburg er vandaag uit?
Ruben Vandael: “We begonnen met een noord-zuidverbinding en een oost-westverbinding om de hele provincie toegankelijk voor fietsers te maken. Daarna vulden we het netwerk aan met andere ontsluitende fietssnelwegen. Vandaag liggen er van het noorden tot het midden van Limburg al heel wat fietssnelwegen. Ook het fietssnelwegennetwerk langs het Albertkanaal is uitgebreid. Veel jaagpaden en oude spoorbeddingen zijn geasfalteerd en als fietssnelweg ingericht.”
Hoe evalueren jullie de bestaande fietssnelwegen?
Ruben Vandael: “We monitoren op verschillende manieren. Zo hebben we negentien fietstelzuilen verspreid over heel Limburg. Die meten het aantal fietsbewegingen en de piekmomenten van een route. We kunnen vaststellen dat het aantal fietsers jaarlijks toeneemt. Vooral de jaagpaden doen het in 2023 goed. Ook rijdt iemand van de Fietsersbond met een meetfiets de fietssnelwegen af. Het derde wiel van de fiets kan tot wel veertig parameters meten, van de kwaliteit van de fietsweg en de breedte tot het algemene comfort. Alle data verzamelen we in de Fietsbarometer, een platform in volle ontwikkeling waarop alle Vlaamse provincies hun eigen fietssnelwegendata samenvoegen. We rekenen ook op de fietsers zelf. Als ze onderweg problemen tegenkomen, kunnen ze die aankaarten via het Meldpunt Fietsrijk Limburg.”
Goede en veilige fietsinfrastructuur doet fietsen.
Welke plannen hebben jullie om het netwerk te verbeteren?
Monica Silvestrini: “De komende jaren werken we het fietssnelwegennetwerk verder uit. Veel projecten zitten nu in de studie- en ontwerpfase. Zo zijn er nog wel wat knelpunten op de Albertkanaalroute bestaande uit de F5 en de F72. Die zullen we veiliger maken. We bouwen bijvoorbeeld al een tunnel onder de drukke Havenlaan in Diepenbeek. Op andere fietssnelwegen verbeteren we de veiligheid. Zo maken we een veertigtal kruispunten op de F74 veiliger door fietsers er zoveel mogelijk voorrang te geven. We zijn bovendien volop in de weer met het uitstippelen van de F75, het Kolenspoor. We zijn van plan om eerst de ontbrekende schakel Genk-As te realiseren, zodat fietsers ononderbroken dertig kilometer tussen de gemeenten kunnen afleggen.”
Ruben Vandael: “Er zijn in Vlaanderen al vele kilometers aan fietssnelwegen. Nu is het ook belangrijk om die allemaal uniform te bewegwijzeren. We zorgen als pilootproject voor zo’n bewegwijzering volgens het boekje op de F70 die de campussen van UHasselt, UCLL en Hogeschool PXL met elkaar verbindt.”
Hoe sporen jullie Limburgers aan om via fietssnelwegen te fietsen?
Monica Silvestrini: “Door er veel over te communiceren. De website fietssnelwegen.be is onze basis. Dat is een initiatief van de vijf Vlaamse provincies, het Brusselse Gewest en het Vlaamse Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Maar we ondernemen ook zelf tal van communicatieprojecten. We organiseren onder andere persmomenten bij ijkpunten in de realisatie van onze fietssnelwegen en we nemen deel aan evenementen als de Applausdag van de Fietsersbond en de Wereld Fietsdag. We merken vooral dat de term ‘fietssnelweg’ wel al is ingeburgerd, maar het F-logo nog niet genoeg. Dat bleek ook uit de enquête die we afgelopen zomer op de fietsparking van Pukkelpop organiseerden. Daar willen we dus meer op inzetten.”
Ruben Vandael: “Goede infrastructuur doet fietsen. Goede en veilige fietsinfrastructuur uitbouwen is de beste manier om mensen op de fiets te krijgen en naar fietssnelwegen te leiden.”