Corona maakte van het zesde Onderzoek Verplaatsingsgedrag een werk van lange adem. Uiteindelijk vond het veldwerk plaats tussen oktober 2021 en november 2022. Zo pakten de onderzoekers het aan.
Deelnemers verzamelen Onderzoekers namen een jaar de tijd om gegevens voor het OVG te verzamelen. Om deelnemers te vinden, trokken ze willekeurige adressen en namen uit het Rijksregister. Dat gebeurde vier keer, één keer per trimester.
Introductiebrief Alle potentiële deelnemers kregen een introductiebrief met uitleg over het onderzoek en een aanmoediging om deel te nemen. In de brief stond ook een link en QR-code naar twee van de drie vragenlijsten: de gezinsvragenlijst en de personenvragenlijst.
Eerste gesprek Een interviewer legde een persoonlijk gesprek vast met elke deelnemer. Als de deelnemer de twee vragenlijsten nog niet had ingevuld, nam de interviewer de tijd om dat samen te doen. Vervolgens stelde de interviewer het verplaatsingsboekje voor. Hij legde uit hoe de deelnemer het boekje moest invullen en prikte een datum waarop het ingevuld moest worden.
Verplaatsingsboekje De deelnemers vulden het verplaatsingsboekje in. Daarin noteerden ze gedurende een hele dag al hun verplaatsingen. Ze beschreven waar ze naartoe gingen, met welk doel, met welk vervoermiddel en hoelang die verplaatsing duurde.
Tweede gesprek De interviewer ging op bezoek bij de respondent of nam telefonisch contact op om het ingevulde verplaatsingsboekje te overlopen. Hij keek goed na of alle gegevens juist ingevuld waren. Als een deelnemer het boekje op papier invulde, digitaliseerde de interviewer de antwoorden door ze in te voeren op zijn tablet.
Data-analyse Zodra alle vragenlijsten ingevuld waren, waren de onderzoekers weer aan zet. Drie maanden lang verwerkten en analyseerden ze alle resultaten. Daaruit trokken ze conclusies voor de zesde editie van het OVG.