'Geen druppel regenwater mag verloren gaan'

Uit mobiliteitsbrief 223 - Ontharding

“Zonder maatregelen zal het aantal extreme droogteperiodes en overstromingen toenemen. Mogelijk 5 tot 10 keer zo vaak tegen 2100.” Dat zegt Patrick Willems, professor hydrologie aan de KU Leuven. “In plaats van water af te voeren, moeten we het zo veel mogelijk vasthouden.”

Patrick Willems.jpg

Patrick Willems, professor hydrologie KU Leuven: “Elke nieuwe wijk zonder waterbuffer of nieuw plein zonder groen is een gemiste kans.”

Welke problemen heeft Vlaanderen met water?

“Door de klimaatverandering krijgt onze regio vaker te maken met lange droge periodes, maar ook met intensere regenval. Vlaanderen is erg kwetsbaar voor beide evoluties. Ons gebied behoort tot de regio’s met ‘extremely high water stress’, zo stelde het World Resources Institute afgelopen zomer.” Hoe komt dat? “Het heeft vooral te maken met onze hoge bevolkingsdichtheid. Door de sterke urbanisatiegraad is een groot deel (16%) van het Vlaamse oppervlak verhard met beton, asfalt, klinkers, enz. In de jaren 70 was dat maar 4%. In landelijk gebied is er bovendien veel drainage. Sinds het midden van de vorige eeuw werd drie kwart van de gebieden die van nature nat zijn, drooggelegd. Dat zorgt ervoor dat veel regenwater snel afloopt naar rioleringen en waterlopen. Zo is er een hoge kans op overstroming, maar we spelen zo ook veel water kwijt dat niet meer beschikbaar is in de droge periodes.”


Is men zich genoeg bewust van het probleem?

“De laatste jaren is het draagvlak voor de problematiek rond de klimaatevolutie en -kwetsbaarheid sterk gegroeid. Mensen beginnen het ook zelf te ondervinden. De Vlaamse Regering heeft een jaar geleden bijna een half miljard euro vrijgemaakt voor de ‘Blue Deal’, een plan om de droogteproblematiek en waterschaarste structureel aan te pakken. Maar de overheid kan het niet alleen oplossen, het is een gedeelde verantwoordelijkheid waar ook de lokale besturen, de landbouwsector, de industrie, de natuursector, zelfs elke burger aan moet bijdragen. Het vraagt een mindshift van iedereen.”

Hoe kunnen we de situatie verbeteren?

“We zullen ons aan die nieuwe realiteit moeten aanpassen. Hoe we dat best kunnen doen, is bekend: ontharden, regenwater bufferen en laten infiltreren in de ondergrond, meer water hergebruiken en een betere dooradering van groengebieden en water in het landschap (het ‘groenblauwe netwerk’). Dat kan via een gemeentelijk hemelwaterplan, dat niet alleen overstromingsrisico’s beperkt, maar ook droogterisico’s en hittestress aanpakt. De geïntegreerde – en daardoor kostenbesparende – aanpak van die drie problemen gebeurt in een klimaatadaptatieplan. Daarvoor heeft de Vlaamse overheid een centrale verantwoordelijkheid via investeringen in duurzame infrastructuur en slimme technologieën, door doordacht ruimtebeleid, sensibilisering en gedragssturing. Maar ook lokale overheden en andere actoren moeten droogte, hitte en wateroverlast aanpakken. Elke lokale overheid zou in haar meerjarenplan een klimaat(adaptatie) budget moeten inschrijven, zodat plannen uitgevoerd kunnen worden.”

Welke tips geef je graag mee?

“Bij elk nieuw bouw- en planningsproject pas je best de principes van duurzaam waterbeheer toe door hemelwaterneutraal te bouwen. Het doel moet zijn om geen druppel regenwater meer naar de riolering te laten lopen, tenzij het echt moet om wateroverlast te vermijden. Bij de aanleg van nieuwe wegen, wijken en pleinen zou je steeds de afweging moeten maken: hoeveel water moeten we bufferen in plaats van naar de riolering af te leiden? Waar kunnen we opvangbekkens (zogenaamde wadi’s) aanleggen of plantsoenen? Moeten we dat plein wel verharden? ‘Groenblauwe’ oplossingen helpen de impact van de klimaatverandering op te vangen, maar zorgen ook voor een aangenamere woonomgeving, meer biodiversiteit, een betere luchtkwaliteit en uitnodigende ontmoetingsplekken. Een win-win dus.”